Bijna een jaar lang was de Labour-regering goed op weg om het vertrouwen in de Britse politiek terug te winnen. De afgelopen dagen ontvouwt zich echter een ware soap in het Lagerhuis. Minister van Financiën Rachel Reeves én het pond zijn de grootste slachtoffers.
Op 4 juli vorig jaar won de Labour-partij overtuigend de Britse verkiezingen. Die zege kwam niet als een verrassing. De bevolking was het chaotische beleid en de interne ruzies van de Conservatieve partij tijdens Brexit en in de jaren daarna, meer dan zat. Premier Keir Starmer heeft na zijn zege dan ook geprobeerd om het contrast met het Conservatieve beleid zo groot mogelijk te maken. In onderhandelingen met de Europese Unie werden de ergste pijnpunten van Brexit weggemasseerd. Daarnaast deed hij zijn best om interne onrust binnen de partij in de kiem te smoren en vooral ook om het vertrouwen van financiële markten terug te winnen met een fatsoenlijk begrotingsbeleid. Binnen een week lijkt hij al dat moois weg te gooien.
Klem gezet door eigen partij
Onder druk van de linkse vleugel, draait de Labour-regering een aantal bezuinigingsmaatregelen terug. De bijstandsuitkering gaat bijvoorbeeld toch niet omlaag en er komt een veel grotere groep pensionado's in aanmerking voor de winterbrandstofpremie dan aanvankelijk werd gepland. Aan die tegemoetkoming aan de eigen achterban hangt een behoorlijk prijskaartje. Door deze U-bocht valt bijna £5 miljard aan besparingen weg. Hierdoor komt minister van Financiën Reeves in een wel heel lastig parket. Ze is verplicht om een beleid uit te stippelen waarbij ze in budgetjaar 2030 niet in de min terecht komt. Met een verwacht overschot van £10 miljard op een totale begroting van £1.500 miljard in dat jaar, heeft ze nauwelijks manoeuvreerruimte. Er wordt al op gezinspeeld dat ze impopulaire belastingverhogingen gaat doorvoeren.
Opmerkelijke paradox op Britse markt
Ondertussen lijkt het alsof er steeds nadrukkelijker aan haar stoelpoten wordt gezaagd. Toen Starmer vorige week voor de camera weigerde om overtuigend antwoord te geven op de vraag of Reeves haar termijn zou uitdienen, ging de aandacht vooral uit naar de betraande minister van Financiën in de parlementsbanken achter de premier. Op financiële markten gebeurden op dat moment twee dingen: het pond ging onderuit en de rente op Britse staatsobligaties liep wat op. Dat is opmerkelijk, aangezien deze zaken gebruikelijk niet samengaan. In normale omstandigheden maakt een hogere kapitaalmarktrente het juist aantrekkelijker voor buitenlandse investeerders om hun vermogen in de betreffende valuta aan te houden.
Pijnlijke keuze
De stijgende kapitaalmarktrente geeft aan dat beleggers zich wat zorgen maken over het vermogen van de Britse overheid om toekomstige verplichtingen na te komen. Aan de andere kant wijst de daling van het pond erop dat ook andere activa uit het Verenigd Koninkrijk minder in trek zijn. Na het schrikmoment is de rust op zowel de valuta- als de kapitaalmarkt teruggekeerd. De gebeurtenissen van afgelopen week, roepen herinneringen op aan een chaotische periode onder premier Liz Truss toen de Britse staatsfinanciën in 2022 dreigden te ontsporen. De komende weken moeten Starmer en Reeves hun woorden dus voorzichtig wegen. Als ze het vertrouwen van financiële markten wegspelen, doet dat uiteindelijk een stuk meer pijn dan het doorvoeren van een pakket onpopulaire bezuinigingen.
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.