De olieprijs gaat hard onderuit nu duidelijk wordt dat de Amerikaanse bunkerbommen niet leiden tot een escalatie van het conflict in het Midden-Oosten. De lauwe reactie op de valutamarkt wijst er echter op dat het te vroeg is om echt de vrede uit te roepen.
De Amerikaanse aanval op nucleaire installaties en andere doelen in Iran had in theorie olie op het vuur kunnen zijn in het broeierige Midden-Oosten. In plaats daarvan is de olieprijs de afgelopen dagen in een vrije val terecht gekomen. Hetzelfde vat Brent-olie dat vrijdag nog voor ruim $77 dollar verhandeld werd, kostte dinsdagmiddag nog maar $66. De scherpe daling van de olieprijs is vooral een gevolg van de bescheiden reactie van Iran op het Amerikaanse bombardement en van het bericht van president Donald Trump dat beide landen akkoord zijn gegaan met een staakt-het-vuren.
Breekbare vrede
Volgens Trump zou dat bestand dinsdagochtend om 6:00 uur in zijn gegaan. Beide partijen beschuldigen elkaar er echter van om na die tijd nog aanvallen te hebben uitgevoerd. De valutamarkt geeft bovendien een heel duidelijk signaal dat de vrede wel heel erg breekbaar is. Olievaluta's zoals de Canadese dollar en de Noorse kroon staan dinsdag allebei net wat hoger dan voor het weekend. Tussen begin maart en half juni zijn deze munten al respectievelijk met 7% en 14% gestegen ten opzichte van de Amerikaanse dollar. Voor Canada en Noorwegen is het helemaal niet zo'n ramp dat de loonie en de nokkie – zoals deze valuta's ook wel genoemd worden – even een stapje terug doen.
De keerzijde van een krachtige munt
Een sterke munt is vaak minder mooi dan het lijkt. Het wordt weliswaar wat goedkoper om producten te importeren, maar door de omwisselslag naar minder hoog gewaardeerde valuta's, worden artikelen van Noorse en Canadese fabrikanten in het buitenland juist weer een stukje duurder. Hierdoor wordt het lastiger voor bedrijven uit deze landen om te concurreren op het internationale speelveld. Vooral voor Canada is dat een vervelende ontwikkeling, aangezien het land een behoorlijk open economie heeft. Om de eigen economie een duwtje in de rug te geven en de loonie onder controle te houden, heeft de Canadese centrale bank de beleidsrente in iets meer dan een jaar bijna gehalveerd van 5% naar 2,75%. De Norges Bank voerde vorige week de eerste renteverlaging in ruim vijf jaar door.
Troefkaart uitspelen
De rentestapjes van centrale banken zijn echter weinig waard als de spanningen opnieuw oplaaien. Omdat Iran in militair opzicht eigenlijk geen vuist kan maken, bestaat er nog altijd het risico dat het land de belangrijkste troefkaart uitspeelt. Als Israël de druk te hoog opvoert, kan het land de Straat van Hormuz sluiten voor scheepvaartverkeer. Maar liefst een kwart van alle olie vindt zijn weg door deze nauwe zee-engte. In het verleden was alleen al de dreiging van een sluiting voldoende om de olieprijs weer met 10% tot 20% omhoog te jagen. Zolang dit scenario niet van tafel is, ligt een snelle stap terug voor de loonie en nokkie niet voor de hand.
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.