De Amerikanen en de Chinezen hebben een handelsovereenkomst gesloten langs de lijnen van wat ze een paar weken geleden in Geneve hebben besproken. Veel details zijn nog niet bekend. Misschien is dat omdat er weinig details zijn. Het duurt normaal gesproken jaren voordat landen het eens zijn over handelsakkoorden. Niet een paar maanden. Dat er toch een bekendmaking is van een akkoord geeft waarschijnlijk aan hoe groot de druk op beide landen is om te de-escaleren. De Chinese economie staat onder druk. De crisis in het vastgoed wordt niet dieper, maar is evenmin dicht bij een oplossing. De binnenlandse vraag ontwikkelt zich zwak en deflatie dreigt. Het laatste wat China kan gebruiken is een forse daling van de export naar de VS.
Ook de Amerikanen willen graag de-escaleren. Minister van Financiën Bessent heeft Trump ervan doordrongen dat heel hoge importheffingen een slecht idee zijn en de tussentijdse congresverkiezingen van november volgend jaar werpen hun schaduw vooruit. Bovendien houdt Trump ervan successen te claimen.
Naar verluidt zullen de Amerikanen op korte termijn overeenkomsten sluiten met tien andere landen. De wederkerige heffingen die op 9 april zouden ingaan, zijn drie maanden uitgesteld, dus de deadline staat nu op 9 juli. We zullen zien of de EU tot de groep van tien landen behoort. Trump heeft het niet zo op de EU, maar anderzijds heeft hij de EU-NATO-leden juist in een mijns inziens absurde verhoging van de defensie-uitgaven 'gebullied'. Misschien stemt hem dat wat milder ten opzichte van de EU.
Ik heb het al eerder geschreven, de handelsoorlog gaat met een sisser aflopen, zij het een luide, met de nodige nabranders. En uiteindelijk zullen er Amerikaanse invoerrechten gelden die hoger zijn dan in het recente verleden, maar desastreuze effecten zal het op geaggregeerd niveau niet hebben. In individuele gevallen kan het allemaal wel erg pijnlijk zijn.
Jay Powell heeft gezeik aan z'n kop
Jay Powell is 72 jaar oud, werkt sinds 2012 bij de Fed, waarvan sinds 2018 als voorzitter. Hij was een 'investment banker' voordien en heeft daaraan een aanzienlijk vermogen overgehouden. Een aimabele man van 72, die ruim financieel onafhankelijk is, zit vast niet te wachten op 'gezeik aan z'n kop'. Maar dat is precies wat hij heeft, een hoop gezeik.
President Trump laat zich voortdurend negatief uit over hem. Deze week was Powell te gast in het Congres voor zijn halfjaarlijkse 'testimony'. Een van zijn illustere voorgangers, Alan Greenspan, kon vaak rekenen op een paar uur schouderklopjes. Eens zei een Congres-lid dat mocht Greenspan onverwacht overlijden, dat geheim zou moeten blijven, zijn lichaam dan geprepareerd moest worden om 'opgezet' te worden. Dat lijk zouden ze dan gewoon op een stoel zetten. Het vertrouwen in de economie was sterk en ook afhankelijk van Greenspan. Door de financiële crisis van 2008/2009 zou hij later alsnog zijn mythische status verliezen.
Voor Powell is zo'n tweedaags bezoek aan Capitol Hill twee dagen spitsroeden lopen. Ik heb zijn ondervraging in het Huis van Afgevaardigden niet gezien, die in de Senaat wel. Natuurlijk waren er Senatoren die hem met het gepaste respect bejegenden, maar ik zat er toch regelmatig met gekromde tenen naar te kijken. Van Democratische zijde is er scherpe kritiek op de versoepeling van de regulering van banken. 'Ranking member' Elizabeth Warren is altijd uitgesproken kritisch op Powell, zo ook dit keer. Van Republikeinse zijde krijgt Powell kritiek dat hij maar weinig begrijpt van inflatie en de effecten van de importheffingen op de inflatie. Hij houdt renteverlagingen tegen en dat is schadelijk voor de overheidsfinanciën en voor de economie in brede zin. Fraai is het allemaal niet.
Nu heeft Trump ook nog aangekondigd dat hij al later dit jaar een opvolger wil voordragen. De zittingstermijn van Powell als voorzitter loopt nog tot 23 mei 2026. Als die opvolger zich vervolgens al voor zijn of haar aantreden gaat uitlaten over het monetaire beleid wordt Powell verder onder druk gezet. Strikt genomen kan Powell aanblijven als directielid tot eind januari 2028. Maar als ik hem was, wist ik het wel…
Aanzienlijke herzieningen bbp-groei in Nederland
Onze economie is niet met 0,1% gegroeid in het eerste kwartaal (kwartaal-op-kwartaal) zoals eerder door het CBS gemeld, maar met 0,4% blijkt uit herziene cijfers. Dat is een aanzienlijke aanpassing, al is die niet ongebruikelijk voor het eerste kwartaal. De duiding verandert door zo'n grote herziening. Het oorspronkelijke cijfer impliceerde een min of meer stagnerende economie, niet fijn. 0,4% groei is in lijn met onze potentiële groei, dus dat is prima. Meer particuliere consumptie en een grotere groeibijdrage uit de internationale handel waren verantwoordelijk voor de opwaartse herziening van de groei.
Ook zijn de cijfers over drie eerdere jaren herzien. Dat levert eveneens aanzienlijke verschuivingen op. Tot nog toe stond in de boeken dat onze economie in 2023 met 0,1% is gegroeid. Dat blijkt nu een krimp van 0,6% te zijn. Dat scheelt. De groei in 2024 is juist licht opwaarts herzien: van 1,0% naar 1,1%.
De opwaartse herziening van het groeicijfer over het eerste kwartaal ten spijt, industriële ondernemers worden er niet vrolijker op. De index die het producentenvertrouwen in de industrie meet, daalde in juni voor de vierde maand op rij: van -3,9 in mei naar -5,0. Het gemiddelde over de afgelopen twintig jaar is -1,3. Producenten werden vooral negatiever over de verwachte productie en hun orderportefeuille. Het is te hopen dat verminderde geopolitieke onzekerheid, respectievelijk het zicht op de-escalatie in de handelsoorlog en de lagere olieprijzen (vooral in euro's) de conjunctuur op kort termijn een steuntje in de rug kunnen geven.
In tegenstelling tot Nederlandse industriële ondernemers, zijn Duitse ondernemers in juni juist optimistischer geworden volgens de Ifo-index. Die index verbeterde van 87,5 in mei naar 88,4. De belangrijke verwachtingen-component verbeterde opvallend sterk: van 89,0 naar 90,7. Er dient wel gezegd dat vooral ondernemers in de dienstensector en de bouw optimistischer werden. De sub-index voor de industrie verbeterde slechts marginaal. Het afwijkende patroon tussen het vertrouwen in Nederland en Duitsland kan wellicht worden verklaard uit het eerder achterblijven van de Duitse vertrouwensindex en het beleid van de nieuwe regering Merz.
Het beeld van de Amerikaanse economie blijft 'gemengd'. Aan de positieve kant dient opgemerkt te worden dat bedrijfsinvesteringen lijken aan te trekken. Dat valt af te leiden uit het volgende plaatje van de groei van de orders voor kapitaalgoederen (exclusief defensie en vliegtuigen).
Anderzijds lijkt de arbeidsmarkt te verzwakken. Het is niet zo dat er veel ontslagen vallen, maar werklozen vinden het lastiger om een nieuwe baan te vinden. In zijn laatste persconferentie vorige week maakte Fed-baas Powell daarover al een opmerking. Deze week bleek dat het aantal doorlopende werkloosheidsuitkeringen weer verder is gestegen. In de week van 9 juni werd een totaal van 1,974 mln bereikt, het hoogste niveau sinds november 2021. Aangezien het realiseren van maximale werkgelegenheid een kerntaak van de Fed is, brengt dit renteverlagingen dichterbij.
Ook de Amerikaanse huizenmarkt verzwakt iets. Het tempo van prijsstijgingen vermindert. Op de zogeheten Case-Shiller maatstaf waren huizen in april 3,4% duurder dan een jaar eerder, tegen 4,1% in maart. Dit is allemaal geenszins een drama, maar de richting is hier wel duidelijk en ook deze ontwikkeling pleit voor renteverlaging.
Als ik gelijk heb dat de handelsoorlog met een sisser afloopt en de conjunctuur verzwakt, dan mag gerekend worden op een aantal renteverlagingen van de Fed. Dat kan al op de vergadering van 29/30 juli, maar anders wel op 16/17 september.
Afsluitend
De VS en China zijn het eens over een nieuw handelsakkoord. Veel details zijn er niet, maar beide partijen hebben belang bij een de-escalatie. Overeenkomsten met andere landen zullen spoedig volgen. Dit loopt met een sisser af.
Fed-baas Powell krijgt een hoop kritiek van Trump en in het Congres is evenmin iedereen vriendelijk voor hem. Uiteindelijk krijgt Trump zijn zin en zal de Fed de rente verlagen door de de-escalatie van de handelsoorlog, meevallende inflatie en een verzwakking van de (Amerikaanse) conjunctuur. Het kan uiteindelijk wel eens harder gaan met renteverlagingen dan nu verwacht.
Nederlandse ondernemers in de industrie zijn in juni opnieuw somberder geworden. In Duitsland is het vertrouwen van ondernemers in juni juist verbeterd, zij het vooral in de dienstensector en de bouw. Wellicht kan de stemming bij ons binnenkort toch verbeteren in navolging van Duitsland, geholpen door de de-escalatie van de handelsoorlog en de lagere olieprijzen (vooral in euro). De mogelijke afschaffing van de nationale CO2-heffing (hoera, hoera!) zal ook helpen.
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.