Als leverancier van vleesalternatieven aan de horeca was oesterzwammenverwerker GRO zijn tijd ver vooruit. In 2012 bracht het bedrijf al zijn eerste oesterzwambitterballen op de markt. De zoon van eigenaar Jan-Willem Bosman Jansen, Timin Bosman Jansen, vertelt hoe GRO misschien zelfs wel wat te vroeg startte, maar daar nu de vruchten van plukt.
Het bedrijf deed zijn inspiratie op in Zimbabwe. De moeder van Bosman Jansen riep begin 2000 een eigen stichting in het leven. Daarmee is een kindertehuis in Zimbabwe opgezet. Tijdens hun verblijf ontstond een voedselcrisis. Daardoor ging de lokale bevolking op zoek naar allerlei manieren om aan eten te komen. Een daarvan was het groeien van oesterzwammen op restanten van het koffiedik van de lokale plantages. Terug in Nederland zag Jan-Willen Bosman Jansen de potentie van de productie en dacht: Waarom doen we dit in Nederland niet?
GRO was er met de vleesalternatieven wel erg vroeg bij. Was het moeilijk om klanten te overtuigen?
"We hadden het geluk dat we La Place direct aan ons wisten te binden. Zij hielpen ons met het ontwikkelingen van onze eerste producten. Toch kan ik niet zeggen dat de beginjaren makkelijk waren. Het bleek in de praktijk niet zo makkelijk om restaurants te overtuigen dat er meerwaarde zat in een oesterzwammenkroket of -bitterbal. De markt was er nog niet klaar voor en groothandels begrepen de meerwaarde van ons product niet. Dat is tegenwoordig wel anders. Vandaag de dag zetten we de producten af via groothandels zoals de Sligro, Hanos en Bidfood. Dat heeft ons flink wat geld gekost. Al is het achteraf wel goed dat we er zo vroeg bij waren. Tegenwoordig zeggen groothandels: We hebben echt wel genoeg veganistische bitterballen in ons assortiment."
Jullie zetten je producten dus af bij groothandels. Zijn jullie klanten voornamelijk in de horeca actief?
"Onze klanten zijn inderdaad vooral bedrijfscatering- en horecabedrijven. Bij de horeca loop je zo binnen en is er altijd interesse in nieuwe goeie producten. Zo groeit je bekendheid bij consumenten. Inmiddels zetten we ook een lijn af bij online supermarkten zoals Crisp en Picnic. Over een eventuele uitrol bij de grote supermarkten denken we wel drie keer na. In de supermarkt moet je tegen grote spelers als de Unilevers opboksen en dat gaat natuurlijk niet zo makkelijk."
"Dat wil niet zeggen dat we het nooit hebben overwogen. We hebben wel een keer of twintig met de Albert Heijn gesproken over een lancering, maar uiteindelijk drukken ze de prijs gewoon te sterk. Daarnaast is er een enorme spanning tussen supermarkten en de horeca. Als je product ook bij de supermarkt te koop is, vinden veel horecabedrijven het niet meer exclusief genoeg. We hebben als onderdeel van een marketingcampagne twee weken in de Lidl gelegen en toen kregen we al appjes van allerlei afnemers. Dat zie je ook bij Kwekkeboom sinds het merk in de supermarkten ligt, is de aanwezigheid in de horeca flink gedaald. Dat bedrijf heeft er overigens voor gezorgd dat het niet meer interessant is om in de grote supermarkten te verkopen. Kwekkeboom heeft namelijk recent een lijn oesterzwambitterballen bij de Albert Heijn gelanceerd."
Timin Bosman Jansen
Oesterzwammen laten groeien op koffiedik is niet bepaald gangbaar. Hoe was het om zo'n keten op te starten?
"Dat was een hele uitdaging. In het begin hebben we mensen uit Zimbabwe ingevlogen om ons te helpen met het proces. We begonnen heel kleinschalig. Mijn voormalige biologieleraar had een kleine kas en daarin zijn we begonnen met het kweken van de oesterzwammen. Inmiddels kweken we onze producten niet meer zelf. Daarvoor zijn we inmiddels te groot geworden. Negen jaar geleden gingen we daarvoor met de grote kwekerij Verbruggen in zee. Die hebben voor ons een speciale lijn van oesterzwammen die op koffiedik gekweekt worden ingericht."
Koffiedik belandt meestal in de groenbak. Hoe komen jullie aan die grondstof?
"Het koffiedik halen we op bij de grotere afnemers van onze producten. Dit is wat ons concept circulair maakt. Daarbij snijdt het mes aan twee kanten. Wij hebben onze grondstof en zij hebben lagere kosten om hun afval te laten verwerken. Dat de mensen onze producten afnemen is wel echt een voorwaarde. Wij zijn natuurlijk geen afvalverwerker en zo hou je de cirkel rond." Dat vergt wel een extra recyclingstap. Het koffiedik moet van ander afval gescheiden worden, want er mogen natuurlijk geen kuipjes of stokjes in zitten. Dat wordt dan in een oesterzwamblok geperst en daar groeit Verbruggen de zwammen op."
Vleesvervangers hebben het de laatste jaren moeilijker, gezien de associatie met hoog bewerkte producten. Hebben jullie ook last van de stagnatie?
"Daar hebben we geen last van. We groeien de laatste jaren nog sterk. Een belangrijke aanjager daarvan is dat veel grote organisaties hun ecologische voetafdruk willen verlagen. Denk bijvoorbeeld aan ministeries en gemeentes. Daar zit enorm veel groei in. Zo zijn recent de Johan Cruijff Arena en Center Parcs overgestapt van hamburgers naar onze hybride burgers. Die bestaan voor 50% uit vlees en voor de helft uit oesterzwam. Ze hebben dus alleen nog een blended burger en mensen merken het niet eens. Toch is het nog niet makkelijk om de producten aan consumenten te vermarkten. We merken dat het wel moeilijk blijft aan consumenten om uit te leggen dat ze 50% minder vlees eten als ze voor hybride kiezen. Veel mensen begrijpen dat niet helemaal."
Wat is de klimaatwinst van jullie producten?
"Dat hebben we toevallig net uit laten rekenen, maar nog niet bekendgemaakt. Daarbij zijn we uitgegaan van de gemiddelde uitstoot van een vergelijkbaar vleesproduct. Daar kwam uit dat we voor onze kroketten 68% CO2, 58% water en 27% land besparen. Voor de carpaccio is de besparing nog hoger. De CO2-uitstoot is 75% lager en je bespaart 82% water en 52% land. De CO2-besparing van onze blended burger is 14%. Je bespaart zo'n 21% water en het landverbruik is 9% lager."
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.