Kaasmaker De Graafstroom draait sinds 2009 als zelfstandige onderneming, in eigendom van coöperatie DeltaMilk. Beide hebben juist het 12,5-jarig jubileum achter de rug. Tijd om terug én vooruit te kijken met algemeen directeur Raymond Noordermeer en coöperatievoorzitter Henk van der Wind.
Noordermeer steekt van wal: "Wij hebben de omslag gemaakt van een kaasfabriek die onderdeel was van een groot bedrijf en werkte met één melkstroom naar een professionele kaasproducent die hoofdzakelijk produceert voor derden, die meerdere melkstromen verwerkt en veertig tot vijftig verschillende recepturen aan kan."
Dat is knap, maar wat onderscheidt jullie nu nog meer van anderen?
"Als private label-speler zijn wij vaak de uitdager, met allerlei innovaties. Wij waren bijvoorbeeld de eerste met E-nummer vrije kaas, met Goudse 35+ kaas die de smaak heeft van een 48+ en noem maar op. Wij zijn niet de grootste, maar wel heel wendbaar en kunnen zaken doorzetten waar anderen vaak heel veel langer over doen."
Jullie produceren vooral kaas voor anderen, niet onder merk. Waarom deze keuze?
"Een merk opbouwen, kost decennia qua tijd. Ook is het duur om te onderhouden. Dat is niet ons doel. Wel ontstaat er af en toe ruimte voor regionale merken, bij de kaasspeciaalzaken en vrijwillige filialen. Maar dat betekent niet dat we ons niet willen neerzetten."
Hoe willen jullie je neerzetten?
"Toen ik hier zes jaar geleden binnenkwam, ongeveer in dezelfde tijd als Henk, vertelden ze in het bedrijf dat ze heel goede kaas maakten. Ik zei: 'Goed, maar wie zegt dat?' Vanaf dat moment zijn we begonnen met het inzenden van kazen naar internationale wedstrijden. Bij de eerste wedstrijd, in het Verenigd Koninkrijk, kwamen we met vijf gouden medailles terug. Dat heeft onze mensen heel erg gestimuleerd. Het doet wat met het zelfbewustzijn, al dragen we dat in Zuid-Holland misschien iets minder hard uit dan boven het Noordzeekanaal. We hebben hier nu voor het vijfde jaar op rij goud gewonnen. Inmiddels is onze prijzenkast ook vanuit andere wedstrijden en keuringen flink gevuld. Naar buiten toe zijn die prijzen voor ons een visitekaartje. Ook wanneer we exportmarkten op gaan met onze kazen. Daarbij zetten we trouwens wel weer eigen merken in."
"Als bedrijf en coöperatie proberen we ondertussen coalities te zoeken waar dat mogelijk is. In Zuid-Holland doen we dat onder meer met het Groene Cirkels-project. Daarmee worden duurzame oplossingen gezocht om, in balans met de natuur, te kunnen blijven produceren. Tegengaan van bodemdaling in het veenweidegebied is daarvan een belangrijk onderdeel, en met succes. We zijn ook de hoofdsponsor van werelderfgoedproject Kinderdijk en in het dorp zoeken wij onder meer de verbinding met een geheel opgeknapte kaasboerderij pal naast de fabriek. We gebruiken de ruimtes daarin zelf voor vergaderingen, trainingen en deels als kantoorruimte, maar we hebben er ook een kaaswinkel en stellen ruimtes beschikbaar. Niet voor feesten en partijen, wel voor verenigingswerk."
Jullie doen veel met duurzaamheid en ook het terugdringen van de CO2-uitstoot. Nu gebruiken jullie nog veel gas bij de kaasproductie en bewaring. Hoe gaan jullie dat gebruik afbouwen?
"Wij bouwen momenteel een grote warmtewisselaar achter de fabriek, waarmee we ons gasverbruik met 70% kunnen beperken. Warmtewisselaars zijn op zich niet nieuw, maar qua grootte en vermogen is de installatie die wij laten bouwen vooralsnog heel bijzonder voor Nederland. En we willen het hier niet bij laten. Ons doel is om volledig van het gas af te gaan."