Kruidenproducent en -verpakker Taste Up uit België heeft van kruiden de core business gemaakt. Sinds vijf jaar zijn Jolien van den Berghe (30) en Jorne Leemans (26) eigenaar, en zij leiden het met nieuw elan. Taste Up heeft een make-over gehad, in alle uitingen, maar ook in producten. "Wij focussen ons nu vooral op kruiden en salades. Ons klantenpakket is ook een stuk breder geworden."
Vijf jaar geleden startten Leemans en Van den Berghe met Taste Up. Deze jonge ondernemers wilden wendbaarheid in hun bedrijf doorvoeren om zo toekomstgerichter te zijn. "We droomden ervan om ons kruidenpakket uit te breiden. Dan kunnen we namelijk horeca en foodservice toevoegen aan ons klantenpakket. Daarvoor heb je andere producten en verpakkingen nodig. Daar hebben wij vol op ingezet."
Van den Berghe vertelt dat haar grootouders in de jaren vijftig begonnen zijn met een klein bedrijf aan de rand van Brussel. "Met kleine slasoorten, op een open veld. Zij kregen de kans om vanaf 1958 aan een grote retailer te leveren. En wij gaan daar nu mee verder, met de nieuwe koers." Leemans en Van den Berghe volgden wel nog eerst een studie. "Maar, de prikkel was best groot om hier te werken. We zijn opgegroeid in de kassen. Al zijn we nooit gepusht; we wilden het zelf. We mochten onze eigen stempel op het bedrijf drukken."
De vader van Leemans en de moeder én zus van Van den Berghe werken op de kwekerij, vlakbij de verpakkingslocatie. Er worden kruiden geteeld, maar ook slasoorten en radijs. Het bedrijf werkt samen met kwekers in het zuiden van Europa en Kenia. Die kruiden worden geïmporteerd, en verpakt op de verpakkingslocatie in Groot-Bijgaarden. De eindklanten zijn consumenten die de retail, de horeca en het foodservicekanaal bezoeken. "We zijn niet de duurste, maar ook niet de goedkoopste. We vinden de kwaliteit en service belangrijk en willen hier niet op inboeten. We zitten kort op de bal en als er wat scheelt, zetten we dat gelijk recht. We houden van feedback, zodat we daar mee aan de slag kunnen," aldus Leemans.
Exporteren
Taste Up is nu vooral actief op de Belgische markt, maar één van de doelen voor komende jaren is om meer te exporteren. Waarom? Omdat veel landen interesse tonen. Afgelopen jaar hebben ze geëxperimenteerd met de export. Producten, verpakkingen en houdbaarheid werden in kaart gebracht. "We willen hier nog niet teveel over prijsgeven, maar we gaan zeker groeien. We gaan breder kijken dan België. In Nederland zijn we al aanwezig met onze producten (zoals mixsalades en eetbare bloemen)."
Wat merkt Taste Up van de stijgende grondstofprijzen? "We merken wel wat prijsstijgingen, vooral als het gaat om verpakkingen. Plastic en elektriciteit zijn duurder geworden. De coronapandemie wordt vaak als excuus gebruikt voor de hoge prijzen. Maar waar ligt de oorzaak nou echt? Er is niemand die een pasklaar antwoord kan geven op die vraag. Wij geloven dat het een tijdelijk probleem is en dat de prijzen gaan stabiliseren. Gelukkig hebben wij geen 'shopmentaliteit', en daarom komen wij minder voor verrassingen te staan met onze leveranciers. Wij proberen samen goede afspraken te maken."
Leren van de coronacrisis
De coronacrisis heeft veel lessen gebracht voor de twee ondernemers. "Op 13 maart 2020 viel de foodservice helemaal weg. Basilicum verkochten we nog wel en munt ook. Maar kleinere items (zoals tijm, citroen en eetbare bloemen) konden we destijds weggooien. Het duurde even voor we waren ingespeeld op de nieuwe situatie. Toch zijn wij flexibel en vrij wendbaar. Het scheelt dat we een 'platte organisatie' zijn, met korte lijnen. De markt paste zich aan, en wij ook."
Leemans vervolgt: "Gelukkig zijn we open gebleven. Dat kon omdat wij ons voor een groot deel op retail richten. De focus is op klantniveau verschoven. Peterselie en salades waren hardlopers. Ook zijn wij ons op de 'foodboxen' gaan richten voor de consument." De ondernemers geeft wel aan dat het cateringsegment nog altijd minder loopt door het thuiswerken, maar dat lag in de lijn der verwachting.
CO2 compenseren
Taste Up wil verder meer aandacht voor duurzaamheid. Het Vlaamse bedrijf werkt voor de import al langer samen met verschillende Keniaanse boeren. Op deze manier geeft het bedrijf de lokale economie een steuntje in de rug. "We weten dat we veel kruiden importeren, maar dat is omdat we niet op smaak willen inboeten. Deze kruiden groeien het beste in Kenia, onder de juiste natuurlijke omstandigheden. Maar dat wat we importeren, willen we compenseren. Daar zijn we nu een halfjaar mee bezig. We hebben al een certificaat behaald. Het is geen PR, maar een serieus managementsysteem om onze uitstoot te berekenen en te verminderen."
Zonnepanelen, het efficiënter indelen van het transport en het inspireren van de vijftig man personeel om met duurzaamheid bezig te zijn, staan op het wensenlijstje van Taste Up. "Er wordt bijvoorbeeld al gecarpoold. En we investeren in digitalisering, ook naar de klanten toe. Om minder papier te gebruiken." Ook wil Taste Up meer inzetten op bio-producten. "Die markt moet hier echt nog groeien. Als je kijkt naar Scandinavië, dan zijn ze daar al veel verder."
Wat de toekomst betreft, heeft Taste Up genoeg plannen in petto. "Groeien in omzet, maar ook in aantal klanten. We willen ons blijven onderscheiden van de kleinere spelers. Met onze CO2-neutraliteit doen we dat. Ook zetten wij in op certificering. Zo hebben wij het 'IFS-Broker' en 'Food certificaat' behaald. Dit is iets wat wij doorvoeren naar onze kwekers, zodat zij ook telen volgens alle kwaliteitsnormen. Dat heeft tijd nodig; daar moet veel tijd en energie ingestoken worden. Onze droom, dat een bakje Taste Up-kruiden herkent wordt en bij chef-koks of consument een positief gevoel naar boven brengt."
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.
