Niet alleen in Europa, maar ook in de Verenigde Staten krijgt de botermarkt rake klappen. Sinds de zomer zijn de prijzen in de VS met meer dan 30% gedaald tot het laagste niveau in ruim vier jaar. Dit maakt het voor Europese zuivelhandelaren aantrekkelijk om Amerikaanse boter te importeren, een ontwikkeling die mede bijdraagt aan de recente prijscrash op de Europese markt.
Boter in de VS is afgegleden tot $3.855 per ton, het laagste punt sinds de zomer van 2021. Zowel in Europa als in de VS is de daling medio juli ingezet. Sindsdien verloor de Amerikaanse boterprijs $1.758 per ton, wat neerkomt op ruim 30%. In Europa was de daling in absolute zin groter, maar relatief gezien kleiner, doordat de prijzen hier van een hoger niveau kwamen.
10% meer productie
De prijsdaling is niet zozeer een gevolg van een afzwakkende vraag, maar komt vooral door de rap gestegen Amerikaanse melkproductie. Die lag in september ruim 3% hoger dan vorig jaar en bereikte een nieuw record. Bovendien is de melk in de loop der jaren steeds vetter geworden. De boterproductie lag in juli bijna 10% boven het niveau van vorig jaar. De snelle productiestijging komt mede door extra productiecapaciteit die in de laatste jaren is gebouwd. Zo opende Dairygold in juni de grootste fabriek in het noordwesten van de VS. Door de snelle productie nemen ook de botervoorraden in vrieshuizen toe, hoewel in mindere mate.
Nederland grootafnemer
Een deel van de productiegroei wordt op de wereldmarkt afgezet. In de periode januari tot en met juli verdubbelde de export tot ruim 42.000 ton. Opmerkelijk is dat Nederland in de eerste zeven maanden uitgegroeid is tot de tweede grootste afzetmarkt en nog boter importeerde dan buurland Mexico. In juli importeerde Nederland liefst 1.364 ton boter, terwijl in dezelfde maand een jaar eerder slechts 5 ton werd ingevoerd. In de afgelopen jaren was de maandelijkse invoer nooit meer dan 100 ton en vaak veel lager.
Het geïmporteerde volume in juli was bijna 15% van de Nederlandse productie die maand, wat de omvang van het volume goed weergeeft. Niet geheel toevallig toonde de Europese zuivelmarkt die maand voor het eerst barsten, wat uitmondde in een harde crash. Dat begon bij boter en sloeg over op kaas.
De oorzaak van de invoertoename ligt bij het grote prijsverschil en de sterke euro. In het tweede en derde kwartaal bedroeg het prijsverschil omgerekend bijna $3.000 per ton. Prijsverschillen komen vaker voor, maar niet in deze orde van grootte. Dit maakte het voor Nederlandse handelshuizen razend interessant om Amerikaanse boter hierheen te halen, grotendeels bestemd voor industriële toepassingen en niet zozeer voor retailverkopen.
Incentive geweken
Doordat de Europese en Amerikaanse botermarkt bijna simultaan dalen, is het prijsverschil medio oktober nog steeds $2.500 per ton. Daarmee blijft het op papier interessant om Amerikaanse boter te importeren. Toch is de vraag of handelshuizen grote volumes uit de VS blijven importeren. De snelle prijsdalingen maakt het momenteel lastig om de transporttijden van vaak enkele weken te managen. Bovendien zijn de tekorten op de Europese markt voorlopig verleden tijd, waardoor de incentive wat geweken is.