Op de rundvleesmarkt is optimisme ver te zoeken. De inkoopprijzen blijven hoog, terwijl de vraag naar vlees juist afneemt. Toch is er één factor die mogelijk voor verlichting kan zorgen.BB
Op de rundveemarkt ebt het optimisme langzamerhand weg. Rundvee blijft erg duur. Tot nu toe is het slachterijen en verwerkers meestal goed gelukt om een voldoende meerprijs op het vlees te krijgen om de hogere inkoopprijzen te compenseren. Dat begint nu te kantelen. De vraag naar vlees is de laatste weken afgenomen. Op zich is dat voor oktober normaal, aangezien het weer niet meezit en de feestdagen nog ver weg zijn. Toch geven ingewijden in de markt aan dat er iets is veranderd: de vraag is nog lager dan verwacht. Dat geldt zowel voor de afzet binnen Europa als voor de export, mede door de sterke euro.
Uit data van de Europese Unie blijkt dat de bewegingen van de rundveeprijzen in Europa behoorlijk verschillen. In Nederland en Duitsland is de prijs van koeien van O-kwaliteit licht dalend tot stabiel. Ondertussen neemt de prijs in Polen steviger af, terwijl de Deense prijs juist licht stijgt. Een grotere toename is zichtbaar in Ierland, waar sprake is van een correctie op de daling van de laatste weken en de prijzen weer toenemen.
Meer melkkoeien verwacht
Toch lijkt er mogelijk verlichting qua aanbod in zicht. De verwachting is dat het aanbod van melkrunderen op korte termijn toeneemt als de melkprijzen hard gaan dalen. Daardoor groeit het aanbod aan de onderkant van de markt, met name van runderen in de O-categorie, de P-categorie en zogeheten worstkoeien. Hoewel ook luxere onderdelen, zoals steakdelen van deze koeien, worden afgenomen, levert het extra aanbod vooral meer snippers op.
Dit zou ertoe kunnen leiden dat de productie van gehakt en worstproducten de komende tijd goedkoper wordt. Dat kan bij uitstek voor verlichting zorgen, aangezien de hoge prijs van rundvlees eerder heeft geleid tot een sterke vraag naar gehakt en worst, met een relatief hoge waardering van snippers binnen het karkas als gevolg. Een lagere grondstofprijs zou daarom positief kunnen uitpakken voor de prijsontwikkeling. In combinatie met een lagere inkoopprijs voor melkvee kan dit de marges verbeteren.
Melkprijzen zorgen voor hoger aanbod
De belangrijkste reden voor het extra aanbod is de dalende melkprijs. Dat is terug te zien in de DCA Base Milk Price Index. Door de sterke prijs van melkvet, bijvoorbeeld voor de productie van boter en kaas, als gevolg van de forse daling van de melkproductie in 2024 en begin 2025, lag het basisniveau van de melkprijzen deze zomer op een atypisch hoog niveau van €55,62.
Door die hoge prijs is het voor melkveehouders niet aantrekkelijk om minder productieve dieren te laten slachten. In plaats daarvan houden zij hun runderen zo lang mogelijk aan om te kunnen profiteren van het hoge prijsniveau.
Inmiddels is de dynamiek echter gekeerd. De melkprijzen staan onder druk, doordat de productie in de zomer aanzienlijk is toegenomen en de prijs van melkvet fors is gedaald. Dat is terug te zien in de prijzen van boter en room. Sinds het hoogtepunt deze zomer is de DCA-roomprijs met 31% gedaald. Ondertussen nam de prijs van Gouda sinds het hoogtepunt met 29,8% af.
Deze ontwikkeling heeft ervoor gezorgd dat de gemiddelde basisprijs die aan melkveehouders wordt uitbetaald, in oktober met 6,7% is gedaald ten opzichte van de zomer. De verwachting is dat deze daling voorlopig doorzet, aangezien de uitbetalingsprijzen doorgaans achterlopen op de industriële prijzen. Dat is ook al zichtbaar in de DCA-spotmelknotering, die in slechts zes weken met 33,3% daalde. Dit wijst op een aanzienlijke afname van de vraag naar extra melk en duidt op een zeer ruime markt.
Slachtcijfer daalt weer licht
In de markt is al weken te horen dat het aanbod van slachtrunderen uit de melkveehouderij toeneemt. Voor Nederland is dat ook met data te staven. Sinds week 35 zit het aantal slachtingen duidelijk in de lift, en in de afgelopen weken steeg het slachtcijfer tot ruim 11.000 runderen. Sinds week 37 ligt het aantal slachtingen weer ongeveer op het niveau van vorig jaar, al moet daarbij worden opgemerkt dat de stijgende trend niet heeft doorgezet. In week 40 daalde het aantal slachtingen weer tot 10.758, terwijl op basis van het niveau van 2024 juist een verdere stijging werd verwacht. Daarmee ligt het aantal slachtingen 10,8% onder het niveau van vorig jaar. De verwachting in de markt is dat de piek die vorig jaar in week 40 zichtbaar was, dit jaar op een later moment zal volgen.