Marel heeft een prima eerste kwartaal achter de rug. Met €369 miljoen aan ontvangen bestellingen presteert het beter dan recordjaar 2020. Toen kwam dat bedrag niet boven de €352 miljoen uit. Het verzekeren van tijdige levering en installatie leidde echter tot hogere kosten in onder meer de productie en het transport. Dat laatste had effect op de brutowinst van het IJslandse bedrijf, maar niet voldoende om lager uit te komen dan vorig jaar.
Marel, dat machines produceert voor de verwerking van levensmiddelen, is het jaar begonnen met €369 miljoen aan ontvangen bestellingen. Dat maakt het IJslandse bedrijf bekend in de kwartaalcijfers. Het is een stevige plus ten opzichte van de €352 miljoen die het in het eerste kwartaal van 2020 binnenhaalde. "Wel is de dynamiek dit jaar duidelijk anders. Daar waar vorig jaar vooral het begin van het jaar sterk was en vanaf maart een vertraging zichtbaar werd, is dit jaar juist langzaam begonnen en kwam de verkoop pas in maart echt van de grond. De vooruitzichten zijn dan ook goed", schrijft Árni Oddur Thórdarson, CEO van Marel.
Coronacrisis zowel positief als negatief
Thórdarson stelt verder dat Marel profiteert van het feit dat de behoefte aan automatisering en digitale oplossingen in de voedselwaardeketen versnelt als gevolg van bevolkingsgroei en verstedelijking. "De coronacrisis heeft deze trends versneld, vooral op het gebied van social afstand, toegang tot arbeid en hygiëne. Deze veranderende marktdynamiek en de verandering in het consumentengedrag hebben uiteindelijk dus voor een grotere vraag gezorgd."
Maar, bovenstaande betekent niet dat álles op rolletjes verliep voor Marel. Vooral op het gebied van logistiek en mobiliteit had het te kampen met uitdagingen als gevolg van de coronacrisis. Door die crisis zijn de wereldwijde handelsstromen immers verstoord. Het verzekeren van tijdige levering en installatie leidde dan ook tot hogere kosten in productie, aftermarket en transport. Uiteindelijk had dat een negatieve impact op de brutowinst. Die komt over het eerste kwartaal uit op €124 miljoen, al is dit nog altijd meer dan de €107 miljoen van een jaar eerder. Ook de verkoop- en administratieve kosten waren hoger dan in voorgaande kwartalen.
De omzet van Mabel komt over het eerste kwartaal van dit jaar in totaal uit op €334 miljoen. Dat is een plus van ruim €30 miljoen ten opzichte van het eerste kwartaal van vorig jaar. Ook het nettoresultaat komt fors hoger uit, namelijk op €21,2 miljoen. Vorig jaar was dat in dezelfde periode €13,4 miljoen. Met andere woorden: het IJslandse Mabel heeft niet heel veel te klagen als het gaat om het eerste kwartaal van 2021.
Volop investeren
De positieve resultaten van zowel vorig jaar als dit jaar zijn reden voor de machinefabrikant om te blijven investeren. In het kwartaalrapport schrijft het: "Om zo goed mogelijk aan de behoeften van de klant te voldoen en de groeikansen te benutten die voortvloeien uit de veranderende marktdynamiek, concentreren wij ons op het vergroten van digitalisering en flexibiliteit. Dit leidt de komende jaren tot een hoger investeringsniveau." Dat die investeringen zich uitbetalen, is terug te zien. Afgelopen kwartaal werd €31,7 miljoen opgehaald vanuit investeringen. Een jaar eerder was dat nog mar €10,5 miljoen.
En het is vooral Muyuan Group die bijdraagt aan die groep. De op één na grootste varkensfokker ter werled heeft namelijk een deal gesloten met Marel Meat, een subdivisie van het IJslandse bedrijf. Muyuan is bezig met de bouw van geavanceerde verwerkingsfaciliteiten in China, dicht bij de varkenshouderijen, om Afrikaanse varkenspest en andere dierziekten te helpen bestrijden. Het gebruikt daarvoor de meest geavanceerde primaire vleesverwerkingslijnen van Marel toe.
Thórdarson voegt toe: "We werken daarnaast ook nog samen met Frimesa aan een varkensvleesverwerkingsfabriek in Brazilië. Het betreft de grootste en meest geavanceerde in Latijns-Amerika. En we zullen in 2021 verkoop- en servicekantoren openen, evenals nieuwe democentra in Shanghai, China en Campinas, Brazilië."
Positieve blik naar voren
Komende periode zet het bedrijf vooral in op de doelstellingen voor 2017-2026. Eén daarvan is het behalen van een jaarlijkse omzetgroei van 12%. "Die groei moet vooral verworven worden door middel van marktpenetratie en innovatie, aangevuld met strategische partnerschappen en acquisities", meldt Thórdarson. Marel verwacht op lange termijn een gemiddelde jaarlijkse marktgroei van 4% tot 6% en het streeft ernaar organisch sneller te groeien dan de markt. Het ziet er dus allemaal positief uit voor Marel. Al geeft het bedrijf wel aan dat het nog onduidelijk is wat de volledige impact zal zijn van de coronacrisis in 2021. Dat is nog even afwachten.
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.
