De melkprijzen kenden een tamelijk merkwaardig patroon in de eerste helft van 2025. De prijsdruk in het eerste kwartaal maakte al snel plaats voor stijgingen. Intussen is de markt in juli afgevlakt en per saldo zijn de melkprijzen sinds de jaarwisseling amper gestegen. Toch lijkt een prijsniveau van €60 haalbaar te zijn dit jaar, zeker de spotmelkprijzen liggen hiervoor op koers.
De garantieprijs van FrieslandCampina was het afgelopen jaar continu in beweging, maar steeg per saldo met slechts €0,75 per 100 kilo heel beperkt. Bij andere verwerkers was de gang van zaken niet veel anders. Het beeld had positiever kunnen zijn, ware het niet dat er in Duitsland begin dit jaar mond-en-klauwzeer (MKZ) uitbrak. Dit verstoorde het sentiment op de zuivelmarkt kortstondig flink en duwde de melkprijs omlaag.
In het tweede kwartaal volgde een prijsherstel, grotendeels gedreven door een krap melkaanbod in Noordwest-Europa en dito zuivelvoorraden. Vooral de boter- en kaasvoorraden zijn beperkt, getuigde de jonge uitleverleeftijden van Gouda en Edam.
Hoogste melkprijs bij A-ware
Feit is dat A-ware in de eerste helft van 2025 de hoogste melkprijs uitkeerde van alle grote verwerkers in Nederland. De kaasproducent was de enige die in de eerste zes maanden exclusief bonussen gemiddeld net geen €55 per 100 kilo als basismelkprijs uitkeerde.
De melkprijs van Arla was in de eerste helft van dit jaar de vreemde eend in de bijt en bleef telkens stabiel. De Scandinavische zuivelreus muteert wel vaker afwijkend en volgt minder adequaat de bewegingen van de zuivelmarkt. De vaak riante nabetalingen maken voor de leden echter veel goed.
Hoger dan in 2022
Nog een opmerkelijk feit is dat melkprijs in de eerste helft van een willekeurig jaar niet eerder zo hoog was als nu. Ook in topjaar 2022, toen de melkprijzen doorschoten tot recordniveaus ruim boven €60 per 100 kilo, waren de uitbetalingsprijzen in de eerste zes maanden beduidend lager als nu het geval is. Verder valt op de dat de spotmelkprijzen in de eerste zes maanden op twee weken na telkens onder de gemiddelde uitbetalingsprijs in Nederland bleef. Dat was in de eerste helft van 2023 en 2024 overigens niet anders. Doorgaans stijgen de spotmelkprijzen in de zomer boven de uitbetalingsprijzen uit, wanneer het melkaanbod door de teruglopende seizoensmatige aanbod schaarser wordt. Vermoedelijk herhaalt dit patroon zich dit jaar weer.
Trend voorlopig stabiel
De trend voor de melkprijs in de tweede helft van dit jaar is voorlopig stabiel. Zowel FrieslandCampina, A-ware en Lactalis Leerdammer hebben de uitbetalingsprijzen voor juli voor het eerst dit jaar ongemoeid gelaten. Opvallend is dat Cono in juni wel licht verlaagde en de coöperatie uit de Beemster verwees hierbij onder meer naar het dalende consumentenvertrouwen. Als producent van merkenzuivel met een premiumprijs is dat een factor die extra meespeelt.
De (in grote lijnen) stabiele uitbetalingsprijzen in juli zijn goed verklaarbaar en liggen redelijk in lijn met de grondstofwaarde van de melk. Het sentiment op de zuivelmarkt is in aanloop naar de zomervakantie tamelijk flauw te noemen. Hierbij moet niet vergeten worden dat de piek van de melkaanvoer pas recent achter ons ligt. De krapte in boter en kaas is daardoor tijdelijk naar de achtergrond verdwenen. Tijdens de zomervakantie worden geen grote prijsbewegingen verwacht, maar de vraag is hoe de markt in september zal zijn. De melkaanvoer is dan verder teruggelopen en daarmee doemt de krapte in boter en kaas vermoedelijk snel weer op. Snelle prijsstijgingen zijn dan niet ondenkbaar en in dat geval krijgt ook de melkprijs lucht. Ondanks de licht dalende boter en kaasnoteringen van DCA in de afgelopen weken ligt er al met al een solide fundament onder de markt en de melkprijzen.
Krap melkaanbod
Temeer ook omdat de melkaanvoer in Europa aanhoudend krap is en daarbij ook mondiaal niet overvloedig is. In grote Europese landen als Duitsland, Frankrijk en Nederland liggen de aanvoercijfers aanzienlijk onder het niveau van vorig jaar. De groei in Polen is met 0,5% zeer beperkt, de piek van de aanvoer in mei lag zelfs onder het niveau van 2024. Enkel de aanvoer in Ierland laat met een plus van 8% serieuze groeicijfers zien. Hierbij moet echter niet vergeten worden dat afgelopen jaar geen goede referentie is, want toen was de Ierse aanvoer door een nat en koud voorjaar ronduit slecht. Ten opzichte van langjarig gemiddelde is de aanvoer gering. Daarbij heeft Ierland het geluk dat de boterexport buiten de additionele handelstarieven valt waarmee de Verenigde Staten dreigen.
Op koers voor nieuw record
De DCA-spotmelkprijzen zitten al zeven weken in de lift en zijn begin juli bijna opgeklommen tot het niveau van de uitbetalingsprijzen. Het langjarig gemiddelde wijst op een verder stijging. In Nederland ligt spotmelk op koers voor een nieuw prijsrecord die voorlopig op €63,50 per 100 kilo staat. Deze werd in september vorig jaar gerealiseerd, terwijl de notering nu al aanzienlijk hoger staan dan vorig jaar rond deze tijd. Wel is het zo dat de spotmarkt zich lastig laat voorspellen, hoewel langjarige trends wel houvast bieden.
Zoals aangeven ligt er een solide fundament onder de uitbetalingsprijzen. Als straks het goede sentiment in de zuivelmarkt door terugkerende krapte na de zomer vermoedelijk terugkomt, ligt een verdere stijging van de melkprijs in het verschiet en zijn prijzen van €60 per 100 kilo bij voorbaat zeker niet ondenkbaar. De huidige stabiliteit is in dit positieve scenario dan slechts een zomerstop.