Rundveehouders hebben in de eerste drie kwartalen van 2025 het sterkst van de schaarste geprofiteerd, zo blijkt uit recente cijfers van Wageningen Economic Research (WUR). Wel is de stijging af boerderij in die periode het sterkst afgezwakt.
De WUR houdt de stijging van de prijzen bij. Daarbij gebruikt de organisatie een index waarbij als startpunt 2020 wordt genomen met een waarde van 100 punten. De WUR vergelijkt hiermee de prijzen af boerderij, consumentenprijzen en producentenprijzen.
Uit de data blijkt dat de prijzen af boerderij in de eerste negen maanden van het jaar het sterkst zijn gestegen. Tussen januari en september 2025 stegen de prijzen met maar liefst 30% tot een niveau van 245 punten. Consumentenprijzen stegen ondertussen met 23,5%, tegenover een toename van 17,8% voor producenten. Sinds 2020 stegen producentenprijzen (op een niveau van 167,3) echter sterker dan consumentenprijzen (193,5). Over heel het jaar steeg de index af boerderij met 42,2%, tegenover een toename van de consumentenindex van 33,4% en een stijging van de producentenprijs van 28,5%.
Wel is de stijging van de prijzen af boerderij sterker afgezwakt in de laatste maanden. In deze periode nam de prijs bij producenten het sterkst toe. In het laatste kwartaal van 2025 nam de index af boerderij met slechts 0,4% toe, terwijl de consumentenprijzen met 1,6% stegen en producenten nog een toename van 2,2% zagen.
Daarmee is het beeld totaal anders dan in het eerste kwartaal. In die periode steeg de prijs af boerderij nog met 16,8%. De consumentenindex steeg toen met slechts 3,2% en er was sprake van een toename van de producentenindex van 6,5%. De voornaamste stijging van consumentenprijzen vond plaats in het tweede kwartaal. In die periode steeg de consumentenindex met 9,8%, tegenover een stijging van de producentenindex van 3% en een stijging af boerderij van 5,2%.