De Europese rundvleesproductie is in de eerste vijf maanden van 2025 gedaald, maar opvallend genoeg ligt het productieniveau nog altijd hoger dan in 2023. Vooral in Duitsland en Nederland nam de productie fors af, terwijl deze in Italië en Polen juist licht toenam.
In de eerste vijf maanden van 2025 werd in de Europese Unie 2,64 miljoen ton rundvlees geproduceerd. Dat is een daling van 3,8% ten opzichte van dezelfde periode in 2024, toen de productie nog 2,75 miljoen ton bedroeg. Opmerkelijk is dat de productie in 2023 nog lager was: met 2,61 miljoen ton lag deze 1,4% onder het niveau van 2025.
Dit is een opmerkelijk resultaat. De rundveemarkt is dit jaar bijzonder krap, wat heeft geleid tot een aanzienlijke stijging van de wereldmarktprijzen. Marktkenners waarschuwen al sinds eind 2024 voor een beperkt aanbod van runderen. Toch is de daling in productie relatief gering. Een belangrijk verschil met 2023, toen het aanbod nog lager lag, is dat de vraag nu aanzienlijk hoger is. In 2023 vermeden consumenten onder invloed van de hoge inflatie duurdere producten. Rundvlees werd destijds dan ook massaal verruild voor kip. Inmiddels is de inflatie afgenomen en zijn de inkomens van consumenten duidelijk gestegen. Dat vertaalt zich in een blijvend hoge vraag, waardoor zelfs een beperkte daling in aanbod al heeft geleid tot een sterke prijsstijging.
Slachtcijfer vertelt ander verhaal
Kijken we naar het slachtcijfer, dan zien we een ander beeld. Het totale aantal slachtingen ligt in 2025 1,2% lager dan in 2023. Vergeleken met 2024 nam het aantal slachtingen zelfs met 5,4% af. De vleesproductie per rund is met andere woorden duidelijk gedaald. De opbrengst per dier was lager dan een jaar eerder, wat te verklaren is door het feit dat runderen gemiddeld jonger zijn geslacht.
In het begin van 2025 besloten veel vleesveehouders hun runderen eerder te verkopen, om te profiteren van de hoge rundveeprijzen. Nu deze prijzen structureel hoog lijken te blijven en veel dieren al zijn geslacht, lijkt die fase voorbij. De relatief hogere slachtopbrengst ten opzichte van 2023 hangt waarschijnlijk samen met een combinatie van fors gestegen voerkosten en een lagere vraag. Daardoor was het voor veehouders minder aantrekkelijk om dieren langdurig af te mesten.
Duitse en Nederlandse productie daalt fors
De sterkste daling was zichtbaar in Duitsland. De productie daalde daar met 6,9% tot 394.000 ton rundvlees. Begin dit jaar lag de productie al op een relatief laag niveau: in januari werd er 84.000 ton geproduceerd. Vanaf maart is echter een duidelijke daling waarneembaar. In mei daalde de productie tot 70.000 ton, wat neerkomt op een daling van 16,7% ten opzichte van januari. Ook in Nederland nam de productie fors af. In de eerste vijf maanden van 2025 daalde deze met 12,5% tot 161.000 ton.
In Ierland bleef de daling beperkt. De productie nam met slechts 2.000 ton (0,8%) af tot 247.000 ton. Ierland wist te profiteren van de krappe markt. Naar verwachting zal het slachtcijfer in de tweede helft van het jaar verder dalen. Begin 2025 produceerde het land nog meer dan een jaar eerder, maar sinds de lente is het aantal slachtingen fors afgenomen. In het begin van de zomer lag het slachtcijfer zelfs 33% lager dan in dezelfde periode van vorig jaar. In Polen was daarentegen sprake van een lichte stijging. De productie nam in de eerste vijf maanden van het jaar met 3,4% toe tot 274.000 ton.
Zuid-Europese daling blijft beperkt
Ondertussen blijft de daling in Zuid-Europa beperkt. In Frankrijk was de grootste afname zichtbaar: de productie daalde in de eerste vijf maanden van het jaar met 3,8% ten opzichte van vorig jaar, tot 528.000 ton. In Spanje was de daling iets sterker, met een afname van 5,3% tot 285.000 ton. Italië vormt een uitzondering binnen de regio: daar nam de productie juist licht toe, met een stijging van 3% tot 275.000 ton.