Na de forse dalingen van de afgelopen weken is de varkensprijs deze week gestabiliseerd. Een lichte stijging van de onderdelenprijzen en een lager varkensaanbod hebben bijgedragen aan opwaartse druk op de prijs. Waar de krapte de afgelopen weken nog leek mee te vallen, zijn de haken bij veel slachterijen inmiddels weer leger dan gewenst.
De varkenskarkasprijs heeft na een forse daling een kleine correctie naar boven gemaakt. Vorige week steeg de gemiddelde karkasprijs met 0,13 cent per kilo. In de drie weken daarvoor was de prijs in totaal met 14,56 cent gedaald.
De stijging kwam tot stand door een toename van de prijs van nekken. De prijs van nekken met been steeg gemiddeld met 1,67 cent, terwijl nekken zonder been zelfs gemiddeld 5 cent duurder werden. Daar tegenover stond echter een daling van de prijzen van varkenshazen: de kophaas werd gemiddeld 5 cent goedkoper, terwijl de lange haas met 8,33 cent daalde.
In Noord-Europa bleven de prijzen deze week stabiel. De Duitse VEZG-notering handhaafde zich op een niveau van €1,95 per kilo, en ook de DCA-beursprijs bleef onveranderd op €1,93. In Frankrijk was het prijsniveau eveneens stabiel, maar in Italië en Spanje was de markt wel in beweging. De Spaanse varkensprijs daalde, op basis van levende gewichten, met 2 cent, van €1,815 naar €1,795 per kilo. De Italiaanse prijs steeg daarentegen met 3 cent, van €1,73 naar €1,76 per kilo, eveneens op basis van levende prijzen.
Krapte remt daling
Een belangrijke oorzaak van de stabiliserende prijs is het lagere aanbod. In de aanloop naar Pasen ontstond de vrees dat de Lbv+-regeling al begon te leiden tot een daling in het varkensaanbod, omdat het lastig bleek om voldoende varkens te vinden. Vanaf week 16 liep het slachtcijfer echter weer min of meer in lijn met het patroon van vorig jaar, tot week 26 althans. Sindsdien ligt het slachtcijfer duidelijk lager dan een jaar geleden. In week 27 werden 12,4% minder varkens geslacht dan in dezelfde week van 2024, en in week 29 lag het slachtcijfer 5,7% onder het niveau van vorig jaar.
Slachterijen merken op dat er momenteel duidelijk minder varkens worden aangevoerd. Daarmee tekent zich een duidelijke breuk met de situatie van ongeveer drie weken geleden af, toen het aanbod juist groter was dan de vraag. Sommige slachterijen geven aan wekelijks 2.000 tot 3.000 varkens tekort te komen. Niet alle bedrijven profiteren echter van deze krapte. Verschillende slachterijen geven aan al langere tijd moeite te hebben om hun slachthaken volledig gevuld te krijgen.
Toch blijft de impact van de krapte vooralsnog beperkt, en dat hangt samen met het herstel van het Duitse slachtaanbod. Na vier weken van fors lagere aantallen ligt het aantal slachtingen bij onze oosterburen inmiddels weer boven de 700.000 varkens per week. Een niveau dat duidelijk aansluit bij het gemiddelde van vorig jaar.
Nederlandse varkensstapel daalt fors
Inmiddels is er overtuigend bewijs dat het varkensaanbod in Nederland dit jaar substantieel is gedaald. Voor het eerst sinds 1979 is het aantal varkens onder de grens van 10 miljoen gezakt. Destijds werden er 9,72 miljoen varkens geteld; per 1 april 2025 komt de teller uit op 9,96 miljoen. Dat is een daling van 530.000 dieren ten opzichte van een jaar eerder, toen het totaal nog op 10,49 miljoen lag. Deze afname weerspiegelt de effecten van de stoppersregelingen, zoals de Landelijke Beëindigingsregeling Veehouderij (Lbv) en de aanvullende Lbv+. De krimp van de veestapel vertaalt zich ook in een lager slachtaantal. In het eerste halfjaar van 2025 werden 4,8% minder varkens geslacht dan in dezelfde periode een jaar eerder, waarmee het totaal op 6,98 miljoen dieren uitkomt. Een deel van deze terugval wordt gecompenseerd door een forse daling in de export van levende varkens.
