Al maandenlang is het een belangrijk gespreksonderwerp: de impact van de diverse stoppersregelingen op het varkensaanbod in eigen land. In Nederland staat het aanbod onder druk en de binnenlandse markt kan als krap worden omschreven. De varkensprijzen gingen schoorvoetend mee omhoog, maar liepen volgens slachthuizen steeds meer uit de maat met de ontwikkeling van de vleesprijzen. Vorige week kreeg de markt een gevoelige tik. De prijzen voor varkensvlees worden voor een groot deel op het Europese toneel bepaald, en is het aanbod hier wel echt zo krap?
Hoewel de Europese Commissie dit voorjaar een licht dalende varkensvleesproductie verwachtte, blijkt dit in de eerste vier maanden alles behalve te zijn uitgekomen. Het aantal slachtingen in de Europese Unie steeg zelfs aanzienlijk met ruim 1,1 miljoen stuks tot in totaal 76,14 miljoen slachtingen in de periode januari tot en met april. Dat is een plus van 1,5% ten opzichte van dezelfde periode in 2024. Door de periode tot en met april te vergelijken (en niet op kwartaalbasis) wordt het aantal uitgevallen slachtdagen als gevolg van feestdagen zo veel mogelijk gelijk gehouden.
Flinke stijging in tal van landen
Hoewel het varkensaanbod in Nederland dus afneemt, stijgt de productie in veel andere Europese landen na een flinke daling in de jaren 2020 tot en met 2023 inmiddels weer. Zo steeg over het jaar 2024 het aantal slachtingen al met 1%, met de nadruk op de tweede helft van het jaar waarin het aantal slachtingen zo'n 1,4% hoger lag dan in 2023. Deze groei heeft zich in 2025 doorgezet.
De meest in het oog springende stijgingen zijn te zien in Spanje, Duitsland en Polen. Zo steeg het aantal slachtingen in Spanje met ruim 763.000 stuks, in Duitsland met 177.000 stuks en in Polen met 256.000 stuks. In Nederland lag het geslachte aantal varkens 2,7% lager dan een jaar eerder, in Denemarken daalde het aanbod met 2,4%. Het totale varkensaanbod in Nederland kromp wel forser, maar dit ging met name ten koste van het aantal geëxporteerde levende slachtvarkens.
In onderstaande overzicht is de ontwikkeling van het aantal geslachte varkens over de periode januari tot en met april 2024 en 2025 weergegeven voor de EU als geheel en voor de belangrijkste varkensproducerende landen individueel.
Varkensaanbod EU periode januari tot en met april | 2024 | 2025 | Mutatie in stuks | Mutatie procentueel |
EU-27 | 75.028.000 | 76.144.000 | +1.116.000 | +1,5% |
Spanje | 18.280.000 | 19.043.000 | +763.000 | +4,2% |
Duitsland | 14.885.000 | 15.062.000 | +177.000 | +2,4% |
Denemarken | 5.009.000 | 4.895.000 | -114.000 | -2,3% |
Polen | 6.619.000 | 6.875.000 | +256.000 | +3,9% |
Nederland | 5.071.000 | 4.934.000 | -137.000 | -2,7% |
Oost-Europa
Ondertussen lijken naast Polen ook andere Oost-Europese landen op de Balkan de productie weer uit te breiden. Uitbraken van Afrikaanse varkenspest en de angst hiervoor remden de varkensproductie jarenlang. Hoewel de ziekte in deze landen zeker niet weg is, lijkt men er inmiddels beter op ingespeeld om met de omstandigheden om te gaan. De productiestijging in de afgelopen jaren is fors.
Het aantal varkensslachtingen in Hongarije, Roemenië en Bulgarije nam ook in het eerste kwartaal fors toe. Werden er in 2024 in deze periode nog 2.899.000 varkens in deze landen verwerkt, over de eerste vier maanden van 2025 was dit aantal gestegen tot 3.125.000 stuks. Een plus van 226.000 dieren, ofwel 7,8%.
Stijgende gewichten stuwen aanbod vlees
Waar de slachtaantallen in de EU-27 met 1,5% stegen viel de stijging in vleesproductie wat hoger uit. Als gevolg van stijgende geslachte gewichten kwam het totaalvolume geproduceerd varkensvlees uit op 7.458.000 ton. Dat is een stijging van 229.000 ton varkensvlees, ofwel 3,2%. Daarmee kan geconcludeerd worden dat het aanbod varkensvlees in de Europese Unie ruimer was dan een jaar eerder.
Hoewel het aantal slachtingen ten opzichte van bijvoorbeeld 2022 nog altijd ruim 5% lager ligt, zorgt de aanhoudende tendens van stijgende slachtgewichten voor een herstellend aanbod. Zo lag volgens de cijfers van Eurostat de varkensvleesvleesproductie over de eerste vier maanden van 2025 nog slechts 2,2% onder het niveau van 2022.
Opvallend detail is dat de productie van de sector meer los komt te staan van de ontwikkeling van het aantal dieren. Het is een teken dat de productiviteit per gemiddeld aanwezig varken nog altijd stijgt: zeugen produceren meer biggen en een hogere groei zorgt per gemiddeld aanwezig vleesvarken voor een hogere vleesoutput. Hiermee weten Europese varkenshouders met minder dieren meer productie te realiseren.
Nederland kan markt niet dicteren
Insiders uit de varkensvleesmarkt melden dat de recente daling vooral als gevolg van een matige vleesvraag wordt gezien. Hoewel bij slachters niet het gevoel leeft dat er uit een heel specifieke hoek veel aanbod van product is, blijft de varkensnotering een uitkomst van vraag en aanbod en kan een aanbodstoename op de Europese markt hier niet los van worden gezien. Zoals een insider het verwoordt: "Inkopers leunden de afgelopen weken steeds meer achterover vanwege de op handen zijnde verlagingen. Schijnbaar is er te veel vlees beschikbaar voor de vraag. Hoewel het aanbod vleesvarkens in Nederland een procentje of 5 kleiner is, is de conclusie duidelijk dat wij hiermee niet de markt kunnen sturen."