De Europese rundveemarkt is op het moment behoorlijk stabiel. Inmiddels tekent zich wel een duidelijk verschil tussen Noord- en Zuid-Europa af. Met name in het Noorden blijft de markt chaotisch, waardoor prijsopgaven behoorlijk uiteenlopen.
Na de duidelijke verhogingen van de rundveeprijzen in de afgelopen weken zijn de Europese prijzen deze week stabiel, zo blijkt uit cijfers van Eurostat, het statistiekbureau van de Europese Unie. Dat geldt overigens ook voor Denemarken, waar de prijzen juist licht daalden.
Daarbij valt op dat de prijzen in Noord-Europa aanzienlijk boven het niveau van de Zuid-Europese landen liggen. In Zuid-Europa voert Frankrijk de boventoon, terwijl Spanje beduidend lagere prijzen noteert. Het verschil tussen Spanje en Nederland is op dit moment groot. Waar de prijs per 100 kilo in Nederland €715 bedraagt, ligt die in Spanje op €541.
Daarbij heeft Nederland volgens data van Eurostat voor koeien van R-kwaliteit momenteel de hoogste prijs van alle grote markten. Inmiddels ligt de notering hoger dan die in Ierland en België.
Benchmarks verschillen stevig
Of de Nederlandse prijzen echt zo hoog zijn, is de vraag. In alle categorieën zou België nog altijd meer betalen. Het gevolg hiervan zijn aanzienlijke exporten naar het land. Hoewel de EU-data dit verhaal lijken tegen te spreken, hoeft dat niet per se zo te zijn. Het verschil met de benchmark van de Nederlandse veesector, de Vee & Logistiek is op het moment stevig. De organisatie geeft €6,70 op. De prijs van Eurostat is met €7,15 6,7% meer.
Als we kijken naar het verschil tussen Vee & Logistiek en de VEZG, dan slinkt het verschil naar 5 cent meer voor Nederland dan Duitsland. Volgens de EU-opgaven komt het verschil uit op maar liefst 48 cent. Zet je de prijzen van Bord Bia tegenover de prijzen van de vee-organisaties, dan blijkt dat de Ierse prijs nog steeds hoger is. De Ierse landbouworganisatie noteert voor koeien van R3-kwaliteit een prijs van €6,84 per kilo.
Chaotische markt
Het grote verschil in de noteringen is typerend voor de nog altijd chaotische markt. De prijzen die individuele spelers betalen, verschillen nog steeds aanzienlijk. Dat blijkt uit de brede bandbreedte die Vee & Logistiek voor de noteringen opgeeft. Opmerkelijk is dat de prijsverschillen bij koeien waar vleesdelen van worden gehaald, toenemen naarmate de categorie lager is. Tussen de hoogste en laagste notering van de U- en R-kwaliteit zit 50 cent verschil. Bij zowel de O- als P-kwaliteit bedraagt het verschil €1. In het geval van de P-kwaliteit loopt het verschil tussen de hoogste en laagste notering op tot 20,6%.
De prijspatronen worden eveneens op de fysieke vleesmarkten weerspiegeld. Sommige spelers in de markt ervaren dat de snipperprijzen onder druk staan, terwijl anderen aangeven dat het product nog sterk verkoopt. Met name luxere snippers van vleesvee en vette snippers zijn volgens sommigen nog in trek. Magere snippers van melkvee lijken wat breder beschikbaar. Daarbij helpt het dat stoofonderdelen volop meedraaien om aan de grote vraag te voldoen. De verwachting in de markt is dat deze situatie tot het einde van de zomer zal duren. Daarna zouden snippers wel eens schaarser kunnen worden, omdat stoofdelen dan weer meer gevraagd worden.
Duits aanbod zeer zwak
Ondertussen blijft het Duitse aanbod zeer zwak. Voor Duitse slachterijen is het lastig om voldoende runderen te vinden. Veehandelaren geven steeds vaker aan voorlopig aanzienlijk minder runderen te kunnen leveren. Daardoor hebben slachterijen moeite om de slachthaken gevuld te krijgen. Het importeren van runderen blijkt vaak ook niet eenvoudig, omdat de prijsverschillen met buurlanden meestal niet groot genoeg zijn om importen rendabel te maken. Voor vlees geldt dat overigens niet: in de markt is te horen dat de Poolse rundvleesprijzen wel 10% kunnen verschillen.