De effecten van de lagere Duitse varkensprijs worden in Noord-Europa volop gevoeld. Ook in Nederland hebben de slachterijen een duidelijke stap omlaag gezet. In Zuid-Europa stijgen de prijzen echter nog altijd.
Het grootste nieuws van de week is dat de daling van de Duitse varkensmarkt er dan toch is gekomen, en die daling is fors gebleken. De laatste weken was op de markt geregeld te horen dat de varkensmarkt een forse stap naar beneden zou zetten. Tot nu toe kwam het er nog niet van, maar deze week was het dan toch zo ver: de VEZG zette een forse stap naar beneden en daalde met maar liefst 15 cent naar €1,95 per kilo.
De grote Nederlandse slachterijen hebben de Duitse prijsontwikkelingen direct gevolgd. Vion volgt de beweging van Tönnies met een vertraging van twee weken. Vorige week besloot de slachterij de prijs al met 3 cent te verlagen. Deze week volgde wederom een verlaging van 12 cent. Het is nu wachten of Danish Crown eveneens volgt. Net als de Nederlandse markt is de Deense markt altijd in stevige concurrentie Duitsland.
Zwakke vleesafzet vormt de basis
De lagere prijs is het directe gevolg van de zwakke vleesafzet. In Noord-Europa blijft de vraag naar varkensvlees, ondanks de hoge prijzen van rund- en pluimveevlees, behoorlijk achter. Als gevolg hiervan is de slachtprijs veel minder gestegen dan de gemiddelde karkasprijs. Sinds de varkensprijs begin januari op het dieptepunt stond, steeg de DCA Beursprijs bijvoorbeeld met 38 cent. Volgens de DCA Varkensvleesmonitor steeg de karkasprijs in dezelfde periode met slechts 26,29 cent.
Deze situatie speelt al maanden. Vooralsnog was het aanbod echter vrijwel constant krap, waardoor de concurrentie tussen slachterijen te groot was om de prijzen te verlagen. Dat is de laatste weken veranderd. De Duitse slachtingen zaten tussen week 22 en week 24 behoorlijk tegen, maar inmiddels is het aantal slachtingen weer genormaliseerd en ligt dit zelfs iets boven het niveau van een jaar geleden. Dit heeft de krapte op de varkensmarkt fors doen dalen, waardoor ruimte is ontstaan voor een prijsverlaging.
Daarnaast heerste in Nederland de verwachting dat de stoppersregeling ervoor zou zorgen dat het aanbod fors daalt. Vooralsnog is dit niet het geval. Het aantal slachtingen loopt nog altijd ongeveer gelijk aan vorig jaar. Dat wil niet zeggen dat het aantal stoppers geen invloed op de markt zal krijgen; het duurt alleen langer dan verwacht. De vraag die boven de Nederlandse markt hangt, is hoe lang het nog duurt tot het aantal slachtingen daadwerkelijk terugloopt.
De Zuid-Europese markten zijn ondertussen stabiel tot licht stijgend. Vreemd is dat overigens niet. De zomervakantieperiode staat voor de deur en dat zorgt elk jaar weer voor een structurele verschuiving van de vraag. In deze periode reizen veel Europese consumenten naar Zuid-Europa, waardoor de vraag in Noord-Europa daalt en in Zuid-Europa stijgt. Dit resulteert in Spanje en Italië in een stabiele notering, terwijl de Franse prijzen met ongeveer 3 cent stegen naar €1,87 per kilo.