De Amerikaanse export van boter naar de EU-27 is dit jaar tot en met juli hard gestegen en nam voor het eerst in lange tijd een serieuze omvang aan. Vanaf augustus is evenwel weer een dalende lijn ingezet, zo blijkt uit Amerikaanse exportgegevens. Toch blijft Amerikaanse boter goedkoper.
In juli werd meer dan 4.300 ton botervet aan de EU verkocht. Een maandrecord voor dit jaar. In augustus was dit volume al meer dan gehalveerd naar 1.986 ton. Voor de maanden daarna zijn er nog geen officiële Amerikaanse gegevens. Dit komt vooral doordat de Amerikaanse overheid vanaf begin oktober ruim zes weken stil lag door ruzie over de begroting. Begin december zullen meer cijfers volgen. De verwachting is dat die een verdere daling van de Amerikaanse boterexport naar Europa laten zien.
Tot en met augustus is er dit jaar evenwel meer dan 10.350 ton Amerikaanse boter naar de EU verkocht, vooral omdat Amerikaanse boter heel veel goedkoper was, en eigenlijk nog steeds is, dan Europese boter. De import van niet-Europese boter - ook uit Nieuw-Zeeland - droeg sterk bij aan de prijsdaling voor boter die vanaf de zomer in Europa was te zien.
Normaliter komt er nauwelijks Amerikaanse boter naar de EU. Dat is om twee redenen: de samenstelling is anders en er gelden flinke tariefmuren. De importheffing van de EU is doorgaans zo hoog dat het niet loont om Amerikaanse boter naar Europa te halen. Deze heffing kan echter worden omzeild door een bedrijf te zoeken dat een product in dezelfde categorie exporteert. Zo kunnen volumes tegen elkaar worden afgezet, zonder heffing. In vaktermen staat dit bekend onder de noemer van 'actieve veredeling' of 'inward processing'.
De grootste importeur van Amerikaanse boter is ondertussen niet Europa, maar buurland Canada. Dat importeerde tot en met augustus 31.000 ton boter, een derde meer dan vorig jaar tot en met augustus.