De wisselkoersen bepalen op dit moment waar de handel de tarwe koopt. De EU profiteert van een zwakkere euro, terwijl de VS en Rusland even het nakijken hebben vanwege een sterkere dollar en roebel.
Het Russische marktadviesbureau SovEcon merkt op dat de Russische tarweprijzen voor het eerst sinds augustus dalen. De tarweprijzen zijn afgelopen week gedaald naar omgerekend €174 tot €177 per ton. Daarmee liggen de prijzen een kleine €3 lager dan in de voorafgaande week.
Heel schokkend is dat niet, maar het is wel een indicatie dat het prijsherstel hapert. De terugval wordt toegeschreven aan een sterkere roebel ten opzichte van de dollar en een wat zwakkere vraag uit de noordelijkere regio's in Rusland.
Russische exporteurs zullen hun inkoopprijzen verder verlagen, verwacht SovEcon. Zij doen dat omdat ze hun marges willen verbeteren en aan de verkoopkant is er op dit moment weinig winst te behalen. De exportprijzen in dollars blijven stabiel op een niveau van omgerekend net iets minder dan €200 per ton. Aan de inkoopkant zien ze wel ruimte, omdat de boeren geld nodig hebben en daarom bereid blijken met lagere prijzen genoegen te nemen.
De zwakkere euro zorgde op de termijnmarkt in Parijs voor stabiele prijzen. Het decembercontract noteert al sinds vrijdag stabiel op €187,75 per ton. In Chicago dalen de prijzen wel. Op de CBoT komt langzaam maar zeker een prijsniveau van $5 dollar in beeld. Dinsdag is de beurs gesloten op $5,06¾ per bushel. Drie weken geleden stond de prijs nog op $5,34 per bushel, sindsdien is de prijs dus 5% gedaald.