Shutterstock

Nieuws Grondstoffen

Amerikaanse kaasmakers vrezen te vette melk

Maandag 10:00 uur - Klaas van der Horst

De Amerikaanse melkveehouderij heeft het vetpercentage van koemelk in de voorbije 10 jaar in recordtempo opgeschroefd, veel meer dan de melkveehouderij in de EU en Nieuw-Zeeland hebben gedaan. De sterk groeiende Amerikaanse kaassector is daar evenwel niet blij mee, want de vet/eiwitverhouding raakt uit balans en dat veroorzaakt productieproblemen.

Heeft u een tip, suggestie of opmerking naar aanleiding van dit artikel? Laat het ons weten

Dit meldt de Amerikaanse coöperatieve CoBank in een rapport over deze ontwikkeling. De ideale vet/eiwitverhouding voor de productie van Cheddar is een verhouding waarbij het eiwitpercentage 80 tot 83% van het vetpercentage bedraagt. De laatste jaren is die verhouding echter steeds schever gegroeid en bedraagt het eiwitpercentage volgens de bank nog maar 77% van het vetpercentage. 

Dat komt door een succesvol veeverbeteringsprogramma binnen het in de VS dominante Holsteinras. Daardoor is het vetpercentage in de melk in de laatste 10 jaar met 13% toegenomen, terwijl het eiwitpercentage met slechts 6% is gestegen. Fokken op vooral vet loonde ook goed. Momenteel staan de gemiddelde gehalten in de VS op 4,24% vet en 3,29% eiwit.

Te zachte kaas
Met zulke verhoudingen kunnen Amerikaanse kaasproducenten wel steeds lastiger uit de voeten. Want met zulke verhoudingen tussen vet en eiwit, dreigt de kaas te zacht te worden, klaagt de industrie. Ze moet daarom een extra bewerkingsslag toepassen: of de binnenkomende melk moet worden afgeroomd, of er moet eiwitconcentraat worden toegevoegd. In beide gevallen betekent dit dat extra kosten moeten worden gemaakt en dat kost marge.

Anders belonen
Een oplossing voor dit probleem zou zijn om de beloning voor geleverde melk aan te passen, zodat veehouders meer gaan fokken op koeien met direct kaasgeschikte melk. En daar zit toekomst in. De Amerikaanse kaasafzet is in de laatste 10 jaar met zo'n 15% gegroeid, aldus CoBank. Voor veel veehouders blijft fokken op een hoog vetgehalte evenwel toch aantrekkelijk, omdat ook de consumptie van (volle) yoghurts en van boter sterk is toegenomen. 

Vergeleken met de Nederlandse standaardgehaltes in koemelk - 4,42% vet en 3,58% eiwit - lijken de Amerikaanse gehalten niet bijzonder hoog, maar vergeleken met het Europese gemiddelde van 4,13% vet en 3,45% eiwit steken ze niet gek af. Bovendien zijn ze veel sterker gestegen dan de Europese gemiddelden, en ook meer dan de Nieuw-Zeelandse gemiddelden. Die staan echter al lang op recordhoogte en bedragen nu 5,14% voor vet en 4,02% voor eiwit.  

Bel met onze klantenservice 0320 - 343 368

of mail naar support@foodbusiness.nl

wilt u ons volgen?

Ontvang onze gratis Nieuwsbrief

Elke dag actuele marktinformatie in uw inbox

Aanmelden