Shutterstock

Achtergrond vlees & eiwit

Aanbod kan vraag naar kip en eieren niet bijbenen

Vandaag 08:00 uur - Linda van Eekeres

In de pluimveesector zijn in 2025 net als vorig jaar topinkomens verdiend, die 'niet eens voor ministers zijn weggelegd'. Dit jaar is het inkomen historisch hoog. De consumptie van kip en eieren blijft toenemen, maar er zijn ook zorgen. Over de vogelgriep, maar zeker ook over regelgeving rondom dierwaardige veehouderij en het stikstofslot. De Nederlandse sector kan als geheel niet uitbreiden en de productie staat zelfs onder druk. Andere landen zouden weleens in dat gat kunnen gaan springen.  

Heeft u een tip, suggestie of opmerking naar aanleiding van dit artikel? Laat het ons weten

Het inkomen per onbetaalde arbeidsjaareenheid (aje) steeg volgens de inkomensraming van Wageningen Social & Economic Research dit jaar vergeleken met 2024 bij vleeskuikenbedrijven met €134.000 naar €461.000 en bij leghennenbedrijven maar liefst met €235.000 naar €576.000. Voor de laatste groep is het inkomen zelfs bijna 3,5 keer zoveel als het gemiddelde van 2020-2024. Dit is te danken aan hogere opbrengsten bij vrijwel gelijkblijvende voerkosten, die zowel bij zowel vleeskuiken- als leghennenbedrijven ongeveer 60% van de totale bedrijfskosten uitmaken. De vraag naar eieren is hoog en het wereldwijde aanbod is door uitbraken van vogelgriep krap. De eierprijs is circa 20% hoger dan vorig jaar, maar er zijn grote verschillen tussen houderijsystemen en tussen markt- en contractprijzen.

Bron: Agrimatie.nl

Ook de wereldwijde vraag naar kip stijgt, terwijl het aanbod krap is. De prijzen van zowel langzaam groeiende kuikens (Beter Leven 1 ster), ongeveer de helft van de productie, als die van regulier gehouden kuikens zijn met 10% gestegen. De prijs van vleeskuikenkorrel is in 2025 juist met ongeveer 2% gedaald.

Sectorexpert van Wageningen Social & Economic Research Nico Bondt licht de cijfers toe.

Het verschil in inkomen is groot tussen sectoren. Hoe groot is de spreiding binnen de pluimveesector? 
"Die bandbreedte in het algemeen voor de land- en tuinbouw, die is ook echt heel groot bij de pluimveehouderij. Daar zitten tonnen tussen. Je hebt biologische eierproducenten, die zijn vaak wat kleiner en produceren vaak op contract. Dat is ook een heel andere markt dan voor andere eieren. Aan de andere kant heb je ook nog een categorie die echt produceert voor de industrie, relatief efficiënt, grootschalig en tegen een lage kostprijs. Daar heb ik geen getallen van en dat kunnen wij op basis van onze steekproeven ook niet zo precies duiden, maar ik denk dat die bedrijven meer hebben kunnen profiteren van de enorme hoge eierprijzen dan bedrijven die wat kleiner zijn, in een specifieke markt zitten en vaak op contract produceren." 

Eieren en pluimveevlees lijken immuun voor prijsverlagingen. Is daar een verklaring voor? 
"Normaal gesproken heb je een soort van prijselasticiteit, dat als de producten duurder worden mensen andere keuzes gaan maken. Maar bij eieren zie je dat heel weinig. Daar is die elasticiteit er nauwelijks ondanks dat de winkelprijzen de afgelopen vijf jaar ongeveer een derde hoger zijn geworden. Bij pluimveevlees is dat minder duidelijk dan bij eieren. Mensen kopen nog steeds hetzelfde aantal eieren en je ziet ook dat in bijna alle landen de consumptie toeneemt. Die vraag blijft maar groter worden en bedrijven kunnen nauwelijks uitbreiden om aan die toenemende vraag te kunnen voldoen. Normaal gesproken zou je eerder hebben gezien dat na een paar jaar veehouders denken: er is zoveel vraag en het ziet er zo goed uit, ik kan mijn stal wat groter maken of ik kan er één bijzetten. Die mogelijkheden zijn zeker in Nederland eigenlijk vrijwel nul. En ook in andere landen in Europa is het niet altijd even makkelijk om binnen de milieuregels te vergroten. De vraag blijft toenemen en het aanbod kan eigenlijk niet volgen." 

Speelt de beleidsonzekerheid ook mee bij pluimveehouders om eventueel te kunnen uit bereiden In de toekomst. Of is uitbreiding gewoon sowieso uitgesloten?
"Wat je nu wel ziet, is dat uitbreiding vooral plaatsvindt doordat ondernemers andere locaties die vrijkomen overnemen. Dan kan zo'n onderneming toch wel groter worden en dan zet hij een bedrijfsleider op de nieuwe locatie die erbij is gekocht. In Nederland hebben we natuurlijk de pluimveerechten, dus je kunt wel een beetje verschuiven, maar je kunt op nationaal niveau niet groter worden." 

Met die situatie lijkt het voor de hand te liggen dat aan dat historisch hoge inkomen dat dit jaar is gerealiseerd, niet zo snel een eind zal komen. 
"Dat is een beetje koffiedik kijken. Het kan best zijn dat het volgend jaar nog steeds topinkomens zijn, dat sluit ik zeker niet uit. Dat hangt natuurlijk ook samen met het stikstofslot wat er eigenlijk op zit. Als je dicht bij natuurgebied zit of je hebt sowieso weinig mogelijkheden om uit te breiden, of vanwege andere bedrijven of omdat je vlak bij een dorp zit etc. Je kunt sowieso al vrij weinig. Degene die wel blijven doorproduceren zouden nog kunnen profiteren van hoge prijzen." 

Hoe zit het met het aanbod uit Oekraïne, want dat heeft een tijdje wel druk gezet? 
"Klopt. Dat is ook weer toegenomen. Dat zal voornamelijk voor de industrie zijn. Die zijn natuurlijk veel goedkoper. Die hebben voor het grootste deel ook nog de oude legbatterijen die wij vroeger ook hadden en waarmee hier niet meer geproduceerd mag worden. Dat is altijd wel een gevoelig punt, level playing field. En dat is ook terecht." 

Wat is de grote uitdaging voor 2026 voor de Nederlandse pluimveesector? 
"De grote uitdaging waar men nu vooral op wacht, is de dierwaardige veehouderij; met name het terugdringen van de bezetting, dus minder dieren op een vierkante meter. Er kunnen nauwelijks vierkante meters bijgebouwd worden in Nederland. Als er stallen zijn waar pluimvee gehouden wordt, kun je dat blijven doen in de meeste gevallen, maar ergens nieuw bouwen of echt flink uitbreiden, dat is eigenlijk niet mogelijk. Dus als je dezelfde vierkante meters hebt en die bezetting gaat steeds verder omlaag de komende jaren, dan heb je dus een steeds lagere productie."

Terwijl er eigenlijk steeds meer vraag is... 
"Klopt ja, dus dat is niet zo handig. De Duitsers die nemen veel van onze eieren af. Dat wordt dan export genoemd, maar dat is natuurlijk vlak om de hoek. Die hebben nu een duidelijke voorkeur voor de Nederlandse eieren. Maar het kan best zijn dat als je vijf jaar verder bent dat ze toch wat meer vertrouwen hebben gekregen in bijvoorbeeld de Poolse pluimveehouderij en dat ze ook wel Poolse eieren willen accepteren als die ook voldoen aan hoge kwaliteitseisen." 

Ze hebben toch ook de eis dat er geen kuikens gedood mogen worden, het zogenoemde Ohne Kükentöten, OKT.
"Daar moet je dan ook aan voldoen. Een sector die een beetje flexibel is en wil verduurzamen, kan ook in Polen of zelfs Oekraïne - buiten de EU - daaraan gaan voldoen. Maar dat zal niet binnen een paar jaar gebeuren. Maar op langere termijn zou dat kunnen gebeuren." 

Bel met onze klantenservice 0320 - 343 368

of mail naar support@foodbusiness.nl

Ontvang onze gratis Nieuwsbrief

Elke dag actuele marktinformatie in uw inbox

Aanmelden