De varkensprijs is ondanks de dalende vleesprijzen gestegen. Door de krapte op de varkensmarkt voelden Nederlandse slachterijen zich gedwongen om hun prijzen te verhogen. De Duitse slachterijen verhoogden niet, waardoor het prijsverschil met onze oosterburen aanzienlijk gedaald is. Daarnaast beweegt de markt richting lagere slachtgewichten.
De varkensprijs is deze week met 3 cent gestegen. Drie weken lang hield de prijs stand op €2,15 per kilo, maar deze week steeg de DCA-notering tot €2,18 per kilo.
Van de vraagkant moet de varkensmarkt het op het moment niet hebben. Het natte en koude weer in Nood-Europa geeft weinig impuls aan de varkensmarkt. De verhoging is met name het gevolg van een spel tussen handelaren en slachterijen. Handelaren sturen actief op een verhoging. Onder hen heerst het gevoel dat de laatste kans voor een verhoging aangebroken is, aangezien we aan de vooravond van de schoolvakanties staan. Dan gaan veel consumenten op vakantie waardoor de vraag naar vlees lager is.
Dit verklaart dat de varkensprijs kon stijgen terwijl de vleesprijzen onder druk staan. Vorige week daalde de prijs van nekken met 4 cent. Hoewel de prijs van schouders 2 cent steeg, nam de prijs van nekken deze week nogmaals af.
Niet alleen in Nederland staat de varkensmarkt onder druk. Ook op de Duitse markt is het luw. Dat de vraag weinig impuls heeft gekregen bij onze oosterburen blijkt ook wel uit het feit dat de Duitse varkensprijs voor de vijftiende week op rij blijft staan op €2,20. Daarmee is het verschil tussen de markten gedaald tot slechts 2 cent. Dit is opmerkelijk, aangezien Duitsland over het algemeen fors hogere prijzen hanteert om Nederlandse varkens aan te trekken.
Aanbod stuur prijs omhoog
De voornaamste reden voor de stijging van de slachtprijzen is de krapte van het slachtaanbod. In Nederland bleef het aantal slachtingen vrij ver verwijderd van het richtgetal van 300.000 varkens en nam het aantal varkens af tot 281.000 varkens in week 22. Daarna daalde het aantal slachtingen zelfs tot 270.000.
Ook in Duitsland is de markt aan de krappe kant, al is bij onze oosterburen juist sprake van licht herstel. In week 22 werden 696.500 varkens geslacht. Twee weken later (in week 24) steeg het slachtcijfer tot 772.000. Dit verklaart het afnemende prijsverschil op de markten. Door het stijgende varkensaanbod is er weinig impuls voor hogere prijzen, terwijl de slachthaken in Nederland wat leeg beginnen te raken. Vermoedelijk zal de verhoging ertoe leiden dat handelaren wat eerder voor Nederlandse slachterijen kiezen in plaats van Duitse.
Markt stuurt op minder vette varkens
Daarnaast stuurt de varkensmarkt steeds vaker op lagere slachtgewichten. Inmiddels hebben onder meer Vion, Tönnies en Van Rooi hun gewichtstabellen aangepast om te sturen op magerdere varkens. De laatste jaren namen de slachtgewichten fors toe. De slachtgewichten lagen in 2014 tussen de 92,58 en 95,73 kilo. In 2017 stegen de gewichten tot een niveau van tussen de 94,80 en 97,40 kilo. In 2024 nam het slachtgewicht toe tot een maximum van 102,90 kilo, om te dalen tot 98,90 kilo. Het hogere gewicht zorgde voor vetter vlees, wat aansluit op de vraag van consumenten op de Aziatische markt.
Lang was deze strategie een recept voor succes. In 2013 exporteerde de lidstaten van de Europese Unie rond de 500.000 ton bevroren varkensvlees naar China, Japan en Zuid-Korea. Vanaf 2016 steeg de export constant naar een niveau van boven de 1 miljoen ton. Tussen 2019 en 2021 kende de markt zijn hoogtepunt door uitbraken van Afrikaanse Varkenspest (AVP). Door de hoge varkensprijzen zijn de Europese exporten naar Aziatische landen echter fors gedaald. In 2023 daalde de export tot het laagste niveau sinds 2015 en werd ongeveer 1 miljoen ton bevroren varkensvlees naar de drie Aziatische landen uitgevoerd.
