Gedeputeerde Peter Drenth

Achtergrond Ondernemen

'Plantaardiger eetpatroon moet in stapjes'

6 Oktober 2023 - Matthijs Bremer

Op de start van de Dutch Food Week staan milieu en gezondheid centraal. Daarbij ligt veel nadruk op een oplossing, namelijk een plantaardiger eetpatroon. Toch overheerst daarbij één nuance. Een al te snelle transitie zorgt vooral voor weerstand.

Heeft u een tip, suggestie of opmerking naar aanleiding van dit artikel? Laat het ons weten

Tijdens de opening van de Dutch Food Week vrijdag in Arnhem staat plantaardig eten centraal. Dit komt niet alleen in de toespraken maar voren, maar wordt ook onderstreept door de amuses die tijdens de toespraken werden geserveerd, onder meer een bietenmoes, geteeld in de Betuwe en een witlofscheutje.

De opening wordt afgetrapt door Dirk Duijzer, de voorzitter van de Dutch Food Week. Hij benadrukt niet alleen het belang van de opgave, maar vooral ook de uitdagingen die bij de transitie komen kijken. "De vleesconsumptie verlagen, is niet vandaag of morgen te regelen," zo vertelt Duijzer. Wat hem betreft, moeten we vermijden de transitie in oneliners te communiceren. Boodschappen als 'in 2040 eten we geen vlees meer' of 'we moeten alleen lokaal eten', doen in zijn ogen meer kwaad dan goed. De consument vindt autonomie erg belangrijk en daar moet ruimte voor zijn. "We kunnen wel van alles willen, maar mensen willen zelf kiezen wat we willen eten."

Deze dynamiek maakt de verduurzaming van ons voedingspatroon een ingewikkelde opgave. Het is dan ook niet zo vreemd dat vrijwel alle partijen, van overheid tot markt, het kabinet oproepen om met een duidelijke strategie te komen. Daarbij moeten we ervoor waken om niet het kind met het badwater weg te gooien, stelt hij. De welvaart waar we sinds 1945 aan gewend zijn, is in 2040 niet meer vanzelfsprekend. "Toenemende schaarste heeft zijn prijs en daar moeten we op anticiperen. Gelukkig hebben we een zeer sterke en gespecialiseerde voedingsindustrie. Het is van groot belang dat we deze positie niet verspelen."

Agrifoodmonitor
Bij de aftrap van de Dutch Food Week kwam ook het tweejaarlijkse onderzoek van de Wageningen Universiteit de Agrifoodmonitor aan bod. Onderzoeker Ireen Raaijmakers neemt de zaal mee in de resultaten van het onderzoek, waarin 3.000 Nederlanders zijn gevraagd naar de waardering van de foodsector. De eerste conclusie is dat Nederlanders overwegend passief blijven over de sector. De waardering is boven het gemiddelde van alle industrieën, al stipt ze ook aan dat er een lichte daling zichtbaar is.

Opvallend is dat de gemiddelde Nederlander open lijkt te staan voor meer plantaardig eten, maar dat niet altijd doet. Om het punt te onderstrepen vraagt Raaijmakers wie in de zaal afgelopen week elke dag vlees heeft gegeten en wie ervoor open staat om minder vlees te eten. Bij beide vragen steekt een grote meerderheid in de zaal hun vinger op. Op de vraag wie wel eens een vleesvervanger wil eten, is er minder animo. Minder dan 20% van de zaal steekt zijn vinger op en de meeste houden de vingers laag.

Voor het eerst stond er daarnaast een verdiepingsvraagstuk centraal. Het thema van dit jaar is de verschillen tussen de visie van jongvolwassenen (18-35) en de gemiddelde consument. Bij deze groep ontstaat een ander beeld. Jongvolwassenen lijken een plantaardig eetpatroon meer te waarderen. Al is er ook een duidelijke tweedeling te zien. Hierin komen de klassieke onderscheiden tussen stad en platteland en arm en rijk naar voren. Stedelijke en rijke jongvolwassene hebben een voorkeur voor een plantaardiger eetpatroon, terwijl jongeren van die niet in de stad wonen of een lager inkomen hebben minder bereid zijn om plantaardiger te eten. Opvallend is dat 70% van de jongvolwassene uit het onderzoek in de eerste groep valt. In hoeverre dit representatief is voor de samenleving is dan ook de vraag.

Bel met onze klantenservice 0320 - 343 368

of mail naar support@foodbusiness.nl

wilt u ons volgen?

Ontvang onze gratis Nieuwsbrief

Elke dag actuele marktinformatie in uw inbox

Aanmelden