Boska

Interview Martijn Bos

Kaasschaafmaker Boska klaar voor eiwittransitie

26 December 2022 - Matthijs Bremer

Boska levert al meer dan honderd jaar producten aan de Nederlandse kaassector. In 2001 nam Martijn Bos het bedrijf over van zijn vader. Destijds had het bedrijf maar één doel: zo veel mogelijk instrumenten aan de kaasbranche verkopen. Inmiddels is het bedrijf een grote tak in consumentenproducten rijker en heeft Boska een nieuw doel voor ogen. Om de ecologische voetafdruk te reduceren heeft Boska zichzelf voorgenomen dat hun producten voor eeuwig meegaan. Bos legt aan Foodbusiness uit hoe Boska's nieuwe businessmodel werkt.

Hoe groot is Boska?

Boska produceert zijn producten in 82 fabrieken. Daarvan werken twee fabrieken exclusief voor het bedrijf. Voor Boska werken 67 mensen, waarvan vier in China en zes in de Verenigde Staten. Daarnaast heeft Boska vijftig man in dienst in een sociale werkplaats in Woerden. 

Jullie zijn sinds kort B-Corp gecertificeerd, wat betekent dat het bedrijf hoge duurzame en ethische standaarden hanteert. Vanwaar deze stap?
"Tot zo'n zes jaar geleden was het ons doel om zo veel mogelijk producten te verkopen, in plaats van zo goed mogelijke producten. Bij ons 120 jarig bestaan vroegen we ons af, hoe kunnen we nog eens 120 jaar bestaan? We begonnen ons af te vragen of ons businessmodel ook in de toekomst houdbaar blijft en kwamen tot de conclusie dat we onze manier van werken moesten veranderen. Eerst keken we naar circulaire modellen, maar mensen gaan natuurlijk geen kaasschaaf terugbrengen. Dus kozen we ervoor producten te maken die nooit meer worden weggegooid."

Dat klinkt als een grote verandering.
"Zo'n stap zet je niet van de ene op de andere dag. Het heeft ons zes jaar gekost om ons businessmodel aan te passen. Als eerste stopten we met produceren van producten van lagere kwaliteit. We opereren nu alleen nog in de bovenkant van het middensegment en de onderkant van het topsegment. Daarom hebben we nu alleen echt goede producten in ons assortiment. Inmiddels heeft bijna de helft van onze producten levenslange garantie. Wellicht nog belangrijker was de stap naar een tijdloze lijn (tijdloos design). Mensen moeten de producten over tientallen jaren nog steeds mooi vinden, want anders worden ze alsnog weggegooid of niet gebruikt. Daarom werken wij bijvoorbeeld niet meer met expressieve kleuren. Daarmee dateer je een product snel."

Degelijkheid is dus jullie voornaamste duurzaamheidsstrategie. Doen jullie nog meer?
"We willen volledig klimaatneutraal werken. Daarom hebben onze hele suply chain in kaart gebracht. In onze eigen panden werken we volledig klimaatneutraal en verbruiken we alleen groene energie. In de rest van onze suply chain wordt maar 18% van de energie duurzaam opgewekt. Dit percentage willen we zo snel mogelijk verhogen. Daarnaast werken we zo min mogelijk met kunststof. In plaats daarvan gebruiken we graag steen, staal en hout. Alle producten die we dit jaar hebben geïntroduceerd zijn sowieso plasticvrij verpakt. Vooral hout is een geweldige grondstof, want hout groeit weer aan. We werken alleen met beuken en eiken hout uit Europa en die bossen worden meteen weer aangeplant. Tenslotte compenseren we onze emissies door bossen in Tanzania te planten via Justdiggit. Veel bedrijven doen dat in twintig jaar tijd. Wij vinden dat te lang, dus compenseren wij onze uitstoot binnen vijf jaar voor de aankomende twintig jaar."

Jullie geven dus levenslange garantie op de helft van jullie producten. Hoe zorg je ervoor dat de markt niet verzadigd raakt?
"We proberen mensen zo blij mogelijk te maken met onze producten. We hopen dat mensen die een kaasschaaf van ons hebben gekocht hun hele keuken met producten van Boska vullen. Daarnaast hopen we dat onze klanten die al een kaasschaaf hebben gekocht zo tevreden zijn, dat ze diezelfde kaasschaaf cadeau doen, maar dus nooit voor zichzelf een nieuwe hoeven te kopen."

Een lange levensduur en betaalbaarheid zijn twee van jullie kerndoelstelling. Deze doelen bijten elkaar toch?
"Natuurlijk bijten die twee doelen elkaar, maar het schiet natuurlijk niet op als alleen welgestelde mensen milieuvriendelijke producten kunnen kopen. Om onze producten betaalbaar te houden hanteren wij het motto: de meester toont zich in de omgang met de beperking. Voor elk probleem proberen we een zo eenvoudig mogelijke oplossingen te bedenken, want dan heb je minder grondstoffen nodig. Dat houdt producten betaalbaar en is natuurlijk ook beter voor het milieu."

Veel van jullie producten zijn gericht op de consumptie van dierlijke producten. Vermoedelijk eten we vanwege het klimaat in de toekomst steeds meer plantaardige producten. Hoe anticiperen jullie op de eiwittransitie?
"Veel van onze producten zijn voor meerdere doeleinden te gebruiken. Vegankazen kan je natuurlijk ook met onze messen snijden. Maar ook in de industrie worden onze gereedschappen voor meerdere doeleinden gebruikt. Zo worden onze draadsnijders niet alleen gebruikt om mozzarella te snijden, maar wordt er ook tofu mee gesneden. Daarnaast hebben we met onze marketing al een voorsprong genomen. Wij promoten bijvoorbeeld geen vleesplanken, maar vlees- en groenteplanken."

De kaasverkoper heeft er belang bij dat mensen kaas op de optimale manier eten, want dan verkopen ze meer kilo's

Martijn Bos

Jullie zijn bekend geworden vanwege jullie gereedschappen voor kaaswinkels. Zijn dit nog steeds jullie kernproducten?
"Het is maar net hoe je het bekijkt. Het is ons kernassoritment van ons 'oude bedrijf.' Tegenwoordig hebben we twee aparte businessunits. Één daarvan is gericht op de professionele markt en de andere is gericht op consumenten. Voordat ik het bedrijf overnam verkochten we alleen kaasschaven aan consumenten, maar daar is inmiddels een heel consumentenmerk uit voortgekomen. Ook bij dat merk is het grootste omzetaandeel voorlopig nog kaasgereedschap."

Jullie verkopen tegenwoordig dus zowel aan consumenten als aan professionals. Werken jullie tegenwoordig hoofdzakelijk voor consumenten of voor professionals?
"Wij halen ongeveer 80% van onze omzet uit producten voor consumenten. Veel van deze producten worden in kaaswinkels verkocht. De instrumenten voor de industrie en de retail vormen 20% van de omzet. Dat is eigenlijk heel logisch. Een kaasmes wordt zelden geslepen en gaat dus in tegenstelling tot bijvoorbeeld een vleesmes een leven lang mee. Daardoor is de markt voor consumentenproducten nou eenmaal veel groter."

Ik kan me voorstellen dat met name de professionele markt op een gegeven moment verzadigd raakt. Is Nederland nog jullie belangrijkste afzetmarkt of exporteren jullie inmiddels hoofdzakelijk naar het buitenland?
"We leveren inmiddels meer producten aan het buitenland. We exporteren naar 107 landen, maar Nederland is nog altijd onze grootste afzetmarkt. Zo'n 35% van onze omzet wordt in Nederland gemaakt. Onze tweede markt is Amerika, daar draaien we zo'n 25% van onze omzet. Daarna volgen Duitsland, Frankrijk en België. Dit zijn onze vijf kernmarkten."

Vergt het een andere aanpak om jullie producten in het buitenland af te zetten?
"Zeker! De verkoopcijfers van producten kunnen per land behoorlijk verschillen. In Nederland doet de kaasschaaf het natuurlijk goed, maar in Amerika is dat een onbekend artikel. Al doen we ook goed ons best om de kaasschaaf in de Verenigde Staten aan de man te brengen. In de Verenigde Staten draait kaas meer om de beleving op tafel, want kaas is daar vooral entertainment terwijl kaas in Europa als voeding wordt gezien. In Amerika verkopen we dan ook veel kaasplanken, messen en schorten. In Amerika is de kaasplank nog behoorlijk nieuw. Daar hebben we nog erg een uitleg en inspiratiefunctie."

Wat doen jullie om Amerikanen aan de kaasschaaf te krijgen?
"We werken daarbij samen met kaasverkopers. De kaasverkoper heeft er belang bij dat mensen kaas op de optimale manier eten, want dan verkopen ze meer kilo's. Wij leren ze hoe je verschillende soorten kaas het beste kan eten. Nederlandse kaas is bijvoorbeeld het lekkerste als dunne plak. Dat leggen verkopers uit en zo verkopen ze naast een puntje Gouda ook een kaasschaaf aan hun klanten. Overigens leggen we niet alleen uit hoe Nederlandse kaas het beste smaakt. Met de feestdagen wordt in de Verenigde Staten bijvoorbeeld veel Tête de Moine verkocht. Wij leggen retailers uit dat je er dan een kruller naast moet leggen. Want in Amerika wordt deze kaas nog wel eens in blokjes gesneden. Dat is zonde, want dan is de kaas niet zo lekker. Tête de Moine heeft net als een goede wijn namelijk voldoende zuurstof nodig."

Hoe innoveer je eigenlijk op een product als een kaasschaaf?
"We werken vanuit onze eigen irritaties. Zo merkten we dat kaas vaak aan het blad van de schaaf blijft plakken, waardoor de kaas gaat krullen. We hebben veel moeite gedaan om dit te voorkomen. Uiteindelijk bleek de oplossing en bewerking van de oppervlakte van het staal en daarnaast brachten we een patroon aan op het blad. Zo hebben we een kaasschaaf ontwikkeld waarbij dit probleem nooit meer voorkomt."

Heeft u een tip, suggestie of opmerking naar aanleiding van dit artikel? Laat het ons weten

Matthijs Bremer

Voor Foodbusiness covert Matthijs Bremer de vleesmarkt. Daarnaast volgt hij de eiwittransitie op de voet en schrijft hij wekelijks over de ontwikkelingen op de energiemarkten.

Bel met onze klantenservice 0320 - 343 368

of mail naar support@foodbusiness.nl

wilt u ons volgen?

Ontvang onze gratis Nieuwsbrief

Elke dag actuele marktinformatie in uw inbox

Aanmelden