Vaess. Het is de nieuwe naam van Vaessen-Schoemaker uit Deventer. Het bedrijf, dat voedselingrediënten produceert voor onder meer de bakkerij-, vis- en vleesindustrie, wil zich zo nog nadrukkelijker positioneren in de markt. "Vooral internationaal groeien we hard en daar past deze naam beter bij", vertelt commercieel directeur Coen van Oorschot. We spreken met hem over de ambities van het bedrijf en de huidige uitdagingen in de voedselindustrie.
Vaess uit Deventer is al jaar en dag bezig met het inzetten van technologisch vernuft om bedrijven in de voedingsindustrie 'relevant' te houden. "We hebben een hele bak aan kennis en vertrouwen in huis. Dat zetten we graag in om bedrijven voorop te laten lopen", vertelt commercieel directeur Coen van Oorschot. Die bedrijven bevinden zich in de vleesindustrie, visindustrie, worstenindustrie, plantaardige sector én de bakkerijsector. "Maar we kiezen wel heel specifiek met wie we wel en niet samenwerken. We weten waar we thuishoren en waar niet. Dat we die keuzes maken, geeft veel rust."
Van Oorschot geeft als voorbeeld dat het bedrijf zeer goed is in bakstabiele vullingen, maar dat het bijvoorbeeld bewust niets met brood doet. "Hetzelfde geldt voor worst. We werken met alginate casings, daar zien wij toekomst in. Natuurlijke of dierlijke casings, daar doen we dus niets meer mee." Veertig jaar geleden deed het dat nog wel. Nu wordt vooruitgekeken. "De vleesindustrie staat ontzettend onder druk. Eigenlijk onterecht. Het is de sector die de hele wereld van voedsel kan voorzien. Die sector is super ingenieus en efficiënt. Er liggen zoveel kansen. Dat is wat wij doen; denken in die kansen."
In 2011 was het bedrijf uit Deventer al bezig met de opkomst van vegetariërs. Toen werd er nog raar tegen aangekeken, inmiddels is iedereen weg van de producten. "De toekomst ligt daarnaast in het eten van meer groenten. We zijn daarom ook bezig met een knapperige groenteworst", aldus Van Oorschot. "We willen er geen simpel groentepakket aan toevoegen. We willen iets maken wat kinderen ook lekker vinden. Kortom, goede alternatieven voor eetmomenten vinden. Daarbij vinden we het ook belangrijk om het nutritionele profiel in de gaten te houden." Als voorbeeld noemt Van Oorschot dat vervangers vaak gevuld worden met verzadigd vet. "Daar schieten we natuurlijk niets mee op."
Een nieuwe naam
Er is duidelijk interesse in productverbeteringen, -optimalisaties en -vernieuwingen, want het bedrijf groeit internationaal hard. Het is de reden dat de naam sinds kort is aangepast. Vanaf nu gaat Vaessen-Schoemaker door het leven als Vaess. En prijkt op de gevel de titel 'Dutch food engineers'. "We vinden dat we gezien mogen worden. Natuurlijk hebben we respect voor de oprichters, maar internationaal gezien is het niet echt een naam die gemakkelijk uit te spreken is. En dat is juist waar een deel van onze groei zit." Naast het hoofdkantoor in Deventer, heeft het bedrijf vestigingen in Almelo, Polen, het Verenigd Koninkrijk en Australië. Inmiddels wordt naar ruim twintig landen geëxporteerd.
Afgelopen jaren is de omzet jaarlijkse tussen de 10% en 20% toegenomen. Het doel is om de omzet binnen vijf jaar te verdubbelen. "Er is een wil om nieuwe dingen te proberen in de industrie. Retail en foodservice omarmen vegetarisch en veganistisch. Als we samenwerken, kunnen we hele mooie dingen doen. Daar word ik echt enthousiast van. Iemand die voorheen kiloknallers produceerde, wil nu in de markt van vega stappen. Daarom ben ik overtuigd dat die doelstelling gaat lukken." Van Oorschot meldt dat flexibiliteit ook belangrijk is. Als het niet lukt, wil het bedrijf een manier vinden waarop het wel kan. "Onze manier van werken, wordt gewaardeerd."
Uitdagingen
Maar natuurlijk zijn er vandaag de dag ook veel uitdagingen. In het Verenigd Koninkrijk ervaart Vaess de gevolgen van de Brexit. "Er is een enorm personeelstekort. Nog meer dan in continentaal Europa. Kijk, ik kan geen werknemers voor onze klanten tevoorschijn toveren, maar ik kan ze wel helpen met zaken waardoor ze de efficiëntie kunnen verbeteren. Dan hebben ze maar één operator nodig, in plaats van drie. Zoals ik al zei: je moet denken in kansen." Toch blijft de voedselketen complex voor de consument. "Die zal niet zomaar begrijpen dat de meeste voedselmiddelen wel een tandje duurder mogen."
Een van de redenen waarom dat zo is, is het feit dat de logistieke kosten en grondstoffenprijzen door het dak zijn gegaan. "Qua export vallen de gevolgen voor ons mee. Behalve de tarieven natuurlijk. Maar er is begrip. Iedereen heeft er last van", vertelt Van Oorschot. "Grondstoffen zijn uitdagender. Die zijn schaars én duur. Maar ook hier is denken in kansen een must. Zijn bepaalde grondstoffen echt nodig voor een receptuur? Er is vaak wel een alternatief te vinden." Van Oorschot vindt die uitdaging juist leuk. "Je kan de waarom-vraag elke dag opnieuw een paar keer stellen. Waarom doen we het zo en niet zo? Dat brengt verbeteringen. Je gaat op een andere manier naar de zaken kijken."
Goede toekomst in zicht
Al met al is het toekomstbeeld goed. "Vaess gaat echt inzetten op de markten waar ons aanbod gewaardeerd wordt. We werken in de industrieën en met de klanten die we zelf leuk vinden. Het maken van die keuze is heerlijk, al is die natuurlijk niet altijd makkelijk. We houden van lange slagen en niet van de korte klappen. Daarom begeleiden wij onze klanten van begin tot eind en dat willen we blijven doen, ook met deze nieuwe naam."
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.
