De teelt van zetmeelaardappelen is de laatste jaren significant toegenomen. In combinatie met betere groeiomstandigheden, zorgt dat voor forse prijsdruk op de zetmeelmarkt. De vraag naar zetmeelproducten is door de coronacrisis goed, maar met name logistiek zijn er uitdagingen. Deze ingrediënten hebben allemaal gevolgen voor Avebe. Hoe slaat de producent zich daar doorheen?
Aan de start van de coronacrisis kon zetmeelproducent Avebe profiteren van een toegenomen marktvraag. Veel producten waar aardappelzetmeel in wordt verwerkt (zoals pizzabodems) stegen in afzet. Dit in tegenstelling tot de fritesmarkt. Toch was seizoen 2020/2021 niet eenvoudig voor het bedrijf. Om te beginnen door de toegenomen onzekerheid en logistieke problemen. De orderportefeuille is gevuld, maar producten tijdig bij de klant krijgen is lastig. Bijvoorbeeld omdat er minder zeecontainers beschikbaar waren én zijn. Daarnaast kampt Avebe nog steeds met leveringsproblemen van hulpstoffen en verpakkingsmateriaal.
Een andere factor is de toegenomen zetmeelproductie in de Europese Unie. Het areaal in onder meer Denemarken en Polen is over het afgelopen jaar significant toegenomen. Daarbij komt dat de oogst ook beter was dan in het dramatische 2018 en 2019. De markt voor basisproducten - zoals natief zetmeel (onbewerkt zetmeel) en eiwit voor diervoeding - handelde hierdoor op een veel lager niveau dan vorig jaar het geval was.
Des te meer reden voor Avebe om te focussen op de innovatie zetmeel- en eiwitproducten, met als hoofdaanvoerder het Solanic-eiwit. Daar ziet het bedrijf wel onverminderd veel interesse voor, zowel bij de bestaande als de nieuwe klanten. Om de marge te verbeteren, wordt ingezet op strikte kostenbeheersing, zo meldt het bedrijf. Hierdoor is de impact van de lage basisprijzen op de uitbetalingsprijs uiteindelijk grotendeels gecompenseerd.
Kosten doorberekenen
De afgelopen campagne verliep vlot en volgens planning. De fabriek in Gasselternijveen draaide iets langer door dan verwacht, namelijk tot half mei. Ook voor volgend jaar is dat de bedoeling, met een start van de campagne half augustus. Door een langere campagne kan Avebe beter profiteren van de marktomstandigheden. De gestegen kosten voor onder andere transport, energie en verpakkingsmateriaal berekent Avebe door. Ook de toenemende kosten bij telers tracht het in de verkoopprijzen door te berekenen. De meeste aardappelen zijn al gepoot en ook de meeste gewassen staan al boven. Een laat voorjaar zorgt niet voor een verlate start van de verwerking.
Maar, ondanks de afgenomen prijs per ton betaalt de coöperatie meer dan €25 miljoen extra aardappelgeld uit over de voorbije campagne, ten opzichte van een seizoen eerder. Eind juli wordt het boekjaar afgesloten. Dan volgt het coöperatieve resultaat, waarvan een deel wordt uitgekeerd aan de leden als prestatieprijs. Het is afwachten wat het resultaat zal zijn van de druk op de markt.
