Tijdens de tweede Global Dairy Trade in mei valt naast de lagere prijzen vooral ook het handelsvolume op. Deze is namelijk het laagst in ruim tien jaar.
Met 15.195 ton tikt het verhandelde volume het laagste niveau aan sinds het voorjaar van 2013. Het handelsvolume is in het voorjaar altijd het laagst en beweegt mee met de melkproductie in Nieuw-Zeeland. Dit jaar is het dal lager dan andere jaren; ten opzichte van 2024 scheelt het bijna 2.500 ton aan zuivelfabricaat. Klaarblijkelijk is de vraag naar zuivel niet zo groot.
Dit blijkt ook uit de prijzen die over de hele linie (met uitzondering van mozzarella) omlaag bewegen. Het kan ook gezien worden als een neerwaartse correctie op de veiling van twee weken geleden die verrassend positief was.
Cheddar onderuit
De grootste daling komt het conto van cheddar die met bijna 10% daalt tot $5.000 per ton. Daarmee is de forse plus van de vorige daling teniet gedaan. Dit geldt ook voor lactose die tijdens de vorige veiling ook hoog was opgelopen, maar nu met liefst 13,2% terugzakt tot 1.398 per ton. De andere dalingen zijn gematigder.
Boter en magere melkpoeder
De lagere boterprijs mag geen verrassing heten, aangezien de vetmarkt iets minder wild is. Europees product werd boven $8.000 ton verhandeld en is daarmee duurder dan Nieuw-Zeelands product. Bij magere melkpoeder zijn de rollen omgedraaid. Product van Belgische Solarec ging voor $2.760 van de hand, terwijl product van Fonterra bijna $3.000 per ton opleverde.