Tarwe deed een flinke stap terug afgelopen handelssessie. Deels komt dat door tegenvallende export, maar er speelt meer op. Russische exporteurs hebben overigens geen boodschap aan wat er in Parijs en Chicago gebeurt. In de VS blijft wintertarwe voor de nieuwe oogst het goed doen. In maïs en soja blijft Zuid-Amerika de stemming bepalen.
Het decembercontract voor tarwe op de Matif sloot gisteren €6 lager op €213 per ton. Ook op de CBoT kreeg tarwe een behoorlijke tik en leverde 2,6% in om uit te komen op $5.34¼ per bushel. Maïs zat eveneens in het rood en sloot 1,7% lager op $4.55½ per bushel. Soja bewoog vooral zijwaarts en daalde met 1 cent naar $13.29¾ per bushel.
Spelers op de tarwetermijnmarkt bouwen hun longposities af volgens analisten. Dat heeft er deels mee te maken dat de decembercontracten eruit lopen. De daling in het decembercontract is namelijk scherper dan in de maartcontracten. Onderliggend blijft de wat zwakke export zowel in de EU als de VS drukken op de markt. Er wordt naar een prijsniveau gezocht waarop de export weer aantrekt.
Waar in het westen de tarwenoteringen onder druk staan, klimt de Russische tarwe wat omhoog. Marktbureau Ikar heeft de notering voor Russische Zwarte Zeetarwe met $5 verhoogd naar $235 per ton. Export gaat in Rusland overigens ook niet vanzelf. Volgens de data van SovEcon exporteerde Rusland vorige week 720.000 ton graan, tegen 810.000 ton een week eerder. Van de Russische graanexport vorige week was 560.000 ton tarwe.
Laatste rapport zonder verrassing
In de VS doet de wintertarwe voor de komende oogst het goed. In het nieuwste Crop Progress-rapport van het USDA krijgt 50% van het tarweareaal de status goed of excellent tegen 48% vorige week. 91% van het gezaaide areaal staat boven, net iets hoger dan het vijfjarige gemiddelde dat op 89% staat. De maïsoogst is met 96% gedorst bijna afgerond. Het vijfjarige gemiddelde voor deze week staat op 95% en vorig jaar was 99% in deze week binnen. Deze editie van het Crop Progress-rapport was de laatste voor seizoen 2023. Het volgende rapport verschijnt op 1 april 2024.
In maïs en soja blijven de ontwikkelingen in Zuid-Amerika een factor van belang. De weerpremie op deze gewassen is na verspreide buien in het centrale en zuidelijke deel van Brazilië wat verlaagd. AgRural schat dat 83% van het geplande areaal maïs als eerste gewas is gezaaid en 74% van de soja. De voorjaarswerkzaamheden blijven daarmee achterlopen op vorig seizoen. In de verschillende opbrengstprognoses voor soja komt het latere begin van het groeiseizoen niet terug. Verschillende bureaus rekenen op een Braziliaanse sojaoogst van boven de 160 miljoen ton. Het USDA ging in het laatste Wasde-rapport uit van 163 miljoen ton. Als die verwachtingen daadwerkelijk gerealiseerd worden zou de recordoogst van 158 miljoen, die vorige seizoen werd neergezet, verbroken worden.
