Sinds een prijspiek begin januari zijn zowel de termijnmarktprijzen als de prijzen op de fysieke markt voor palmolie weer aardig gedaald. De termijnmarkt in Maleisië verloor ruim 300 ringgit per contract, de fysieke daalde ook stevig.
Het is niet zo dat er sprake is van een prijsval, maar diverse factoren leidden er wel toe dat de prijzen aardig omlaag gingen. Allereerst daalden andere oliesoorten ook flink in prijs. Palmolie moest mee.
Daarnaast speelt de zwakke vraag vanuit China mee en de slechte reputatie van het product op westerse markten. Dit laatste is niet nieuw, maar de reputatie van palmolie is minder sterk dan die van andere eetbare oliesoorten. Dat is omdat het ook vanuit oogpunt van natuurbehoud een slecht product heet te zijn.
Einde aan discriminatie
Hiertegen komen Indonesië en Maleisië in het geweer. Zij vinden dat er een einde moet komen aan deze 'discriminatie', zeggen ze. Ze roepen onder meer Europa en de VS op af te zien van maatregelen om het gebruik van palmolie in biobrandstof te ontmoedigen of te verbieden en proberen ook via de CPOC, de tegenhanger van de OPEC in de palmolieteelt, de nodige druk uit te oefenen op dat proces.
{{dataviewSnapshot(46_1673442344)}}
Voor Indonesië en buurland Maleisië is de palmolieteelt niet alleen een belangrijke bron van inkomsten en van voeding, het is ook belangrijk voor de werkgelegenheid. Heel veel kleine boeren zijn er voor hun inkomen van afhankelijk. Eigenlijk zouden beide landen de palmolieteelt nog wel verder willen uitbreiden, ware het niet dat ze daarvoor honderdduizenden seizoensarbeiders te kort komen.
