De palmolieprijs trekt de laatste paar dagen weer iets aan na een periode van relatieve stabiliteit; tenminste op de fysieke markt. Daar is de bandbreedte van prijsschommelingen beperkt geweest, wat anders is dan het beeld op de termijnmarkt.
De nu toch iets hoger tenderende prijzen worden gevoed door cijfers over een gestegen export naar met name China en door berichten over een soepeler covidbeleid van de Chinese autoriteiten. De termijnmarkt in Maleisië sprong hier direct bovenop met flink hogere koersen.
Toch is en blijft het de vraag of er heel veel ruimte is voor hogere prijzen op de palmoliemarkt. Diverse marktrapporten, waaronder van Fitch, gaan ervan uit dat de productie van palmolie volgend jaar weer toeneemt, met lagere prijzen als gevolg.
Onduurzaam product
Daarbij komt dat palmolie voortdurend onder vuur ligt als een niet duurzaam product. Initiatieven als de Roundtable for Sustainable Palm Oil (RSPO) helpen om daar enigszins aan tegemoet te komen. Maar palmolie blijft net als soja onder vuur liggen als een van de aanjagers van ontbossing in de tropen. Grote voedingsbedrijven wereldwijd ervaren dat toch als een risico en blijven dus uitkijken naar alternatieven. Daarbij lukt het ook niet om palmolie als duurzame en hernieuwbare brandstof geaccepteerd te krijgen, onder meer voor de luchtvaart.
Concurrerende olies
Dit stuit op veel kritiek in met name Indonesië en Maleisië, omdat de palmolie-industrie daar zo belangrijk is voor de industrie. Bovendien zal een aantal kopers, uit onder meer China, daar weinig belang aan hechten. Toch is het een probleem voor de hele palmoliebranche. Ondertussen ziet die ook de prijzen voor concurrerende producten, zoals raap/koolzaadolie en sojaolie meer naar zich toe bewegen. Voor sojaolie gelden deels dezelfde bezwaren als voor palmolie, maar voor raapolie veel minder.