De markt voor korrelmaïs lift mee op het sterke sentiment van de tarwemarkt. Desondanks is wel sprake van een afwaardering, zowel in de Europese Unie als de Verenigde Staten. Inmiddels wordt gespeculeerd over volgend seizoen. Maïs is een gewas met hoge inputs en die worden nu duur betaald.
De maïsmarkt is in afwachting van het Wasde-rapport, dat het Amerikaanse landbouwministerie (USDA) dinsdag 9 november publiceert. Die moet meer richting geven als het gaat om de omvang van de Amerikaanse oogst, het verbruik en de eindvoorraad. In mindere mate kijkt ook de Europese markt mee naar wat de Amerikanen publiceren. Een areaalschatting voor komend seizoen wijst op fors meer tarwe, wat ten koste gaat van maïs. Dit heeft te maken met hoge kunstmestkosten, terwijl tarwe met goedkopere kunstmest kan worden bemest.
Dalende prijzen
Het termijnmarktcontract voor korrelmaïs op de Matif in Parijs expireerde begin november. Inmiddels wordt er gehandeld op de leverperiode januari. Op vrijdag 5 november moest het contract al iets inleveren en maandag 8 november zet deze daling door met een prijs van €235,50 per ton. Aan het begin van de maand lag dit prijsniveau nog boven de €240 per ton. In de Verenigde Staten zijn de prijzen ook gedaald. Van bijna $295 op 1 november tot $281,64 aan het einde van de week.
Wat de Amerikaanse export niet helpt, is de koers van de dollar. Die staat sterk en dat maakt het voor andere landen duur om maïs uit de Verenigde Staten aan te kopen. Zij wachten daarom liever de maïsoogst in Brazilië af, die er vooralsnog goed voor staat. Het exportniveau van de Verenigde Staten ligt daarmee lager dan de prognoses, maar zorgwekkend is dit nog niet. Naar verwachting verhoogt het USDA de opbrengstcijfers voor maïs, terwijl de oogst wordt afgerond in de Corn Belt.
Agrarische inflatie
Positief voor de maïsmarkt is de industriële verwerking tot ethanol. Hoge brandstofprijzen zijn gunstig voor verwerking. Amerikaanse akkerbouwers rekenen ondertussen driftig met de teeltkosten van volgend seizoen. Denk aan kunstmest, gewasbescherming, machines en meer. Alles is fors duurder geworden. De agrarische inflatie moet worden doorberekend in de kostprijs. Dat steunt de prijzen op dit moment.
Dan dichter bij huis. In Frankrijk is inmiddels driekwart van de maïs geoogst en ook in andere Europese landen is de hoofdmoot geoogst. Daarmee loopt de oogst ruim tien dagen achter op het meerjarig gemiddelde. Dit heeft te maken met de koele zomermaanden en een koude start van het jaar. Maïs moet in Europa bijna altijd gedroogd worden. Dit gebeurt veelal met gas en dat is een dure business. In extreme gevallen is gas überhaupt niet aan te slepen en blijven degewassen ongeoogst op het land staan. Regelmatig neerslag helpt de oogst en het drogen bovendien niet.
Ademruimte
Kopers van maïs zijn blij met de ademruimte die de koers van korrelmaïs op het moment biedt. In de eerste plaats bij de veevoederbedrijven, maar ook zeker voor humane consumptie. Het Amerikaanse prijsniveau is met een kwart gedaald ten opzichte van zijn piek. Terwijl het land bijna perfecte oogstomstandigheden heeft gekend, geldt dat ook voor Zuid-Amerika. In Argentinië en Brazilië zijn de omstandigheden voor het zaaien prima, met voldoende neerslag.
Ook de komende periode blijft de markt ruimte houden. Zeker wanneer de USDA met hogere opbrengstcijfers komt die de prijsvorming verder rust kunnen geven. Het is dan wachten op het volgende hoofdstuk: die van de Zuid-Amerikaanse oogst.
