Shutterstock

Analyse Olie

Hoge olieprijs heeft nadelig effect op voedselprijzen

7 Juni 2021 - Kimberly Bakker

Het mondiale voedselsysteem is afgelopen jaren steeds afhankelijker geworden van brandstof en transport. En laten nou juist die kosten sterk oplopen. Zo staat de notering van Brent-olie op het hoogste punt in jaren én steeg de Voedselprijsindex van de Food and Agriculture Organization (FAO) afgelopen week eveneens naar een hoogtepunt. In hoeverre is een correlatie te trekken tussen de voedselprijzen en de olieprijzen?

Lees Foodbusiness 14 dagen gratis

Maak gratis én vrijblijvend 14 dagen kennis
met onze marktinformatie

Onbeperkt alles lezen?

Kies het abonnement dat het beste bij u past

  • Toegang tot alle Premium marktinformatie
  • Technische Analyse van grondstoffen en valuta
  • Inzicht in actuele prijzen en noteringen
Voordeligste keuze
Heeft u een tip, suggestie of opmerking naar aanleiding van dit artikel? Laat het ons weten

De notering voor ruwe Brent-olie bereikte afgelopen week een prijs van $72,27 per vat. Het was het hoogste punt sinds mei 2019. En de notering van US West Texas Intermediate-ruwe olie steeg in diezelfde week voor het eerst sinds oktober 2018 naar een niveau van $70 per vat. Inmiddels zijn de prijzen weer iets gezakt, maar dat doet niets af aan het feit dat de olienoteringen op het hoogste punt in jaren staan. En daar verandert op korte termijn ook niets in, zo verwachten analisten. De vraag naar brandstoffen neemt in zowel de Europese Unie als de Verenigde Staten namelijk toe nu de reisbeperkingen langzaamaan worden versoepeld.

Voor de tweede helft van het jaar wordt verwacht dat de vraag naar olie het aanbod zal overtreffen. Die ontwikkeling houdt de prijzen hoog. Maar ook een daling in het aantal Amerikaanse boorplatforms en de moeizame gesprekken met Iran over de zogenaamde 'nucleaire deal' houden de gemoederen bezig. Als met betrekking tot dat laatste geen deal wordt gesloten, dan blijft het aanbod van olie aan de lage kant. Wordt er wel een deal gesloten, dan verwachten analisten dat er 500.000 tot 1 miljoen vaten extra per dag op de wereldmarkt gebracht kunnen worden. Of dat genoeg gaat zijn om de prijzen te laten zakken, is echter nog maar de vraag. Het brengt in ieder geval wat lucht.

Tegelijkertijd bleek afgelopen vrijdag uit de Voedselindex van de Food and Agriculture Organization dat de voedselprijzen in de afgelopen tien jaar niet zo hard zijn gestegen als over de maand mei. De index lag in die maand 4,8% hoger dan in de maand april en zelfs 39,7% hoger dan exact een jaar eerder. Het is ook de hoogste stand sinds september 2011 en slechts 7,6% onder het recordniveau. Met een stijgende wereldbevolking is niet de verwachting dat de prijzen op korte termijn zullen zakken.

Correlatie met de voedselprijzen
In hoeverre speelt de hoge olieprijs een rol bij het feit dat voedsel duurder wordt? De meningen daarover verschillen, maar dat er een correlatie is, dat is zeker. De vraag naar biobrandstoffen komt immers voor een groot deel voort uit de voedingsmiddelenindustrie. Zowel producenten (lees: de boer) als de industrie en retail hebben het nodig. De moderne landbouwsector gebruikt olie bijvoorbeeld om landbouwmachines van brandstof te voorzien, terwijl voor de export naar andere continenten eveneens brandstoffen nodig zijn. Het maakt niet uit of het dan om transport per trein, boot of vliegtuig gaat.

Naarmate de olieprijzen stijgen, neemt ook de vraag naar biobrandstoffen toe. Het is de enige niet-fossiele vloeibare brandstof die aardolie in bestaande verbrandingsmotoren en motorvoertuigen kan vervangen. Probleem is echter dat biobrandstoffen vaak gemaakt worden van maïs of andere landbouwproducten en laten die voorraden nou ook afnemen. Zo voorspelde de FAO al dat het wereldwijde graangebruik dit seizoen met 1,7% stijgt. Het is dus vooral de combinatie van een hoge prijs voor olie én duurdere grondstoffen die maakt dat de voedselprijzen over de afgelopen maanden de lucht in zijn geschoten.

Vooral ontwikkelingslanden lijden hieronder. Amerikanen besteden gemiddeld minder dan een tiende van hun inkomen aan voedsel en kunnen de prijsstijging daarmee relatief gemakkelijk incasseren. Maar de armste twee miljard mensen – die 50% tot 70% van het inkomen besteden aan voedsel – lijden flink. Het is een ontwikkeling waar de Food and Agriculture Organization dan ook met geknepen billetjes naar kijkt. Ook omdat een ineenstorting van de vraag naar olie (gecombineerd met sterk afnemende wereldwijde economische activiteit) niet meer te verwachten is anno 2021.

Een vergelijking met 2008
Een aantal jaar geleden was juist bovenstaande de reden dat we de voedselcrisis te boven zijn gekomen. Die voedselcrisis van 2007/2008 werd voornamelijk veroorzaakt door een sterke stijging in de prijzen van grondstoffen, ruwe olie en biobrandstoffen. De stijgende olieprijs moedigde aan om biobrandstoffen te produceren uit maïs en sojabonen. Dit had een stijging van de prijzen van deze landbouwgrondstoffen tot gevolg en dat resulteerde vervolgens weer in hoge voedselprijzen. Het is een vergelijkbare situatie met dit moment, maar gezien de mate waarin het moderne voedselsysteem afhankelijk is geworden van fossiele brandstoffen, zien analisten een ineenstorting van de vraag nog niet gebeuren.

Welke oplossingen zijn er dan wel? Dat is een vraag die voor nu nog onbeantwoord lijkt, al zijn er wel onderzoekers die stellen dat nationale overheden meer moeten doen om lokale productie van teelten te stimuleren. Dan zijn er immers minder transportbewegingen nodig én dus minder olie. Een probleem echter: het klimaat is niet overal voor de productie van bepaalde grondstoffen. Anderzijds, ergens moet een begin worden gemaakt.

Bel met onze klantenservice 0320 - 343 368

of mail naar support@foodbusiness.nl

wilt u ons volgen?

Ontvang onze gratis Nieuwsbrief

Elke dag actuele marktinformatie in uw inbox

Aanmelden