In het tweede kwartaal van dit jaar is de economie ten opzichte van het eerste kwartaal met een minimale 0,1% gegroeid, volgens eerste berekeningen van het CBS. Het is het vierde kwartaal op rij dat de economische groei afneemt.
Dat de economie nog groeit, is te danken aan investeringen (+1,5%) en overheidsconsumptie (+0,8%). De overheid en bedrijven investeerden vooral in vervoermiddelen, zoals schepen en vliegtuigen. De consumptie door huishoudens daalde met 0,4%. Er werd vooral minder uitgegeven aan horeca, kleding en recreatie.
Ten opzichte van het tweede kwartaal van 2024 groeide de economie afgelopen kwartaal met 1,5% en was de overheidsconsumptie 2,8% hoger, de consumptie door huishoudens was 1,0% hoger en de investeringen waren 2,5% hoger.
Import stijgt harder dan export
Er werden in tweede kwartaal 0,9% meer goederen en diensten geëxporteerd dan in het eerste kwartaal. De import steeg met 2,6% echter harder, waardoor het handelsoverschot daalde, aldus het CBS. Vergeleken met het tweede kwartaal van 2024 steeg de uitvoer met 2,2%. Ook bij die vergelijking steeg de invoer harder, met 3,7%, waardoor het handelssaldo negatief bijdraagt aan de groei.
De meeste bedrijfstakken zagen een stijging van de toegevoegde waarde (het verschil tussen productie en verbruik van energie, materialen en diensten). Bij landbouw, bosbouw en visserij groeide de toegevoegde waarde met 0,1%. In het eerste kwartaal was de toegevoegde waarde van de sector met 3,3% gedaald.
Arbeidsmarkt blijft gespannen
De arbeidsmarkt blijft gespannen. Het aantal vacatures nam volgens het CBS in het tweede kwartaal met 7.000 af en het aantal werklozen met 4.000. Voor elke 100 werklozen waren er 101 openstaande vacatures. Ruim de helft van de openstaande vacatures zijn voor de zakelijke dienstverlening, zorg en handel. In de landbouw en visserij bleef het aantal openstaande vacatures met 3.400 gelijk aan het eerste kwartaal van 2025.
Hogere afzetprijzen voedingsmiddelen
Het CBS maakte vandaag ook groeicijfers bekend voor de afzetprijzen van de Nederlandse industrie. Gemiddeld waren de afzetprijzen van de Nederlandse industrie in juni 2025 0,2% lager dan in juni 2024. Dit verklaart het CBS door de ruim 21% lagere olieprijs. De afzetprijzen van de voedingsmiddelenindustrie zijn in juni op jaarbasis juist met 3,6% gegroeid.