Na een snelle opleving lijken de boterprijzen nu gas terug te nemen. Op basis van de roomprijzen zou boter eigenlijk nog verder moeten stijgen, maar dit lijkt om meerdere redenen niet waarschijnlijk te zijn.
Na een relatief rustig tweede en derde kwartaal is het laatste kwartaal van dit jaar veel enerverender. Sinds eind augustus steeg de DCA-boternotering al met €1.000 tot €5.350 per ton. Dit is hoogste niveau in bijna een jaar. Deze prijsstijging hadden maar weinig insiders in de markt zien aankomen. Sterker nog; sommige handelaren gingen zelfs uit van dalende boterprijzen. Dit vanwege de hoge vriesvoorraden die er van de zomer nog waren.
Die vriesvoorraden blijken met terugwerkende kracht toch te ruim ingeschat. Daar komt nog bij dat er in de afgelopen maanden bijzonder weinig verse boter is geproduceerd, omdat dit simpelweg niet rekende tegenover de hoge roomprijzen die kort onder €7.000 per ton schuren. Op basis van dit niveau zou boter in theorie zo'n €5.800 per ton moeten opleveren om rendabel te kunnen produceren. Dit houdt in dat boterproducenten die afhankelijk zijn van externe roomleveranties niet meer produceren dan nodig is om aan de leveringsverplichtingen te kunnen voldoen. Zodoende stokt ook de aanvoer van verse botervoorraad.
Twijfel in de markt
Hoewel boter dus op basis van de roomnotering verder zou moeten stijgen, lijkt dit niet te gaan gebeuren. Afnemers van boter uiten weerstand tegen de snelle prijsstijgingen. Ondertussen werken de hogere boterprijzen ook alweer door in het winkelschap. Zo heeft Aldi in Duitsland de consumentenprijzen recent weer wat verhoogd. Tegelijkertijd neemt de melkaanvoer in de komende weken weer toe, waarmee een correctie voor de roomprijs op de loer ligt. De beschikbaarheid van boter zal dit ten goede komen.
Wel is het zo dat de Kerstvraag vanaf medio november weer loskomt. Een daling van de boterprijzen is daarmee ook niet waarschijnlijk. Zodoende lijkt in het restant van 2024 een stabieler marktbeeld op komst.