De wereldwijde voedselproductie zal de komende tien jaar blijven groeien, maar minder hard dan verwacht. In West-Europa krimpt de zuivel- en varkensvleesproductie.
Het 359 pagina's tellende rapport concludeert dat de wereldwijde landbouw en voedselproductie de komende tien jaar zullen groeien, maar minder hard dan eerder werd verwacht. Dit komt vooral door demografische ontwikkelingen. Ook is er sprake van groeiende onzekerheid door geopolitieke ontwikkelingen en de klimaatcrisis.
In Europa is de verwachting dat de voedselproductie tot 2032 met slechts 7% groeit. Deze groeiverwachting is naar beneden bijgesteld. Vooral in West-Europa blijft de groei (met 2%) achter in vergelijking met Oost-Europa (11%) en Centraal-Azië (22%). De groei die behaald wordt, komt vooral door betere productiemethoden.
De verwachting is dat de gebruikte landbouwgrond de komende tien jaar gaat afnemen. Akkerbouwgrond neemt af met 128.000 hectare. Dat is echter een kleine afname vergeleken met de afname van grasland met 1,9 miljoen hectare. Vooral in West-Europa is de verwachting dat de beschikbare landbouwgrond hard krimpt.
Granen
De wereldwijde tarweproductie en voorraden zijn gegroeid, maar de productie van maïs en andere ruwe granen loopt achter op de vraag. De rijstproductie was het afgelopen jaar bovengemiddeld, maar de grondstof is nog altijd relatief duur. De tarweprijzen bereikten het hoogste punt in twintig jaar tijd in 2021/22, maar daalden dankzij de Zwarte Zeedeal.
Voor de toekomst verwachten de auteurs dat de vraag naar granen trager zal groeien dan het afgelopen decennium. Vooral de vraag naar graan voor industrieel gebruik groeit minder hard. Bovendien raakt de vraag naar graan voor menselijke consumptie in veel landen ook verzadigd de komende jaren, waardoor ook daar de groei trager verloopt. De meeste groei komt voor in landen waar de bevolking nog sterk groeit. Zo is verwachting dat een groeiende bevolking in Azië daar zorgt voor een stijgende vraag naar tarwe en rijst. In Afrika zal de vraag naar gierst, sorghum en witte maïs toenemen.
De komende jaren zal de wereldwijde graanproductie groeien door hogere opbrengsten en intensiever landgebruik. Verwacht wordt dat er in 2032 3,1 miljard ton graan geoogst zal worden wereldwijd. Een stijging van 320 miljoen ton. De verwachting is dat 45% van de productiegroei zal plaatsvinden in Azië. Afrika zal de komende tien jaar een belangrijke speler worden op de markt van maïs en grove granen.
In Europa en Centraal-Azië is het zo dat vooral in Rusland de graanproductie scherp gaat groeien het komende decennium. Zo denken de schrijvers van het rapport dat de Russische maïsproductie met 24% groeit, die van tarwe met 14% en van sojabonen met 32%. In 2032 is het de verwachting dat 44% van de sojabonen in Europa en Centraal-Azië uit Rusland zullen komen en 29% van de tarwe. Ook in Turkije en Kazachstan zal de tarweproductie groeien met respectievelijk 19% en 29%. Voor Oekraïne wordt de groeiverwachting verlaagd vanwege de oorlog.
De wereldgranenhandel is in 2032 naar verwachting met 11% gegroeid. De tarwehandel zal groeien met 43%, maïs met 34% en rijst met 20%. De handel in overige grove granen groeit met 3%. De verwachting is dat Rusland ook de grootste tarwe-exporteur blijft in 2032. Dat jaar zal 23% van de wereldwijde tarwe-export Russisch zijn. De VS zal de grootste exporteur van maïs blijven, maar Brazilië volgt op de voet. De EU zal de belangrijkste exporteur van de andere grove granen zijn.
Vlees
De vleesprijzen waren het afgelopen jaar hoog. Mede door dierziekten, gestegen kosten en extreme weersomstandigheden groeide de vleesproductie minder hard dan verwacht. Dat de vleesproductie toch steeg kwam vooral door Azië, waar vooral in China flink meer varkensvlees werd geproduceerd.
Door inflatie en een achterblijvende inkomensgroei is de verwachting dat de komende jaren relatief minder geld aan vlees zal worden uitgegeven en dat er vaker gekozen zal worden voor goedkoper vlees.
In 2032 is de verwachting dat de vleesconsumptie per hoofd van de bevolking met 2% is gegroeid. Vooral door een consumptiegroei in middeninkomenslanden. In de meest welvarende landen betekent een groter besteedbaar inkomen niet langer een groeiende vleesconsumptie, staat in het rapport. Consumenten uit die landen zullen uit onder meer klimaat en gezondheidsoverwegingen vaker kiezen voor witvlees in plaats van roodvlees of minder vlees gaan eten.
In middeninkomenslanden wordt een significante verandering in de vleesconsumptie verwacht, onder meer door economische groei, urbanisatie en de groei van de fastfoodindustrie daar. In de lage-inkomenslanden is er sprake van een snelgroeiende bevolking, maar blijft de groei van de vleesconsumptie achter door de relatief lagere inkomens.
De verwachting is dat de West-Europese veestapel de komende tien jaar zal krimpen. 63% van de veestapel in Europa en Centraal-Azië bevindt zich in West-Europa, dit aandeel zal in 2032 zijn gekrompen jaar naar 59%. In Oost-Europa en Azië zal de hoeveelheid vee de komende tien jaar groeien naar 39% en 12% respectievelijk. Bijna alle wereldwijde groei komt door een groeiende pluimveestapel, terwijl de varkensvleesproductie juist zal krimpen.
Zuivel
Hogere inputkosten stuwden de zuivelprijs de afgelopen jaren omhoog. De komende jaren wordt door een groeiend aantal inwoners en een groeiend inkomen, een groeiende zuivelconsumptie verwacht. Vooral in India, Pakistan en een aantal Afrikaanse landen. De zuivelconsumptie per hoofd van de bevolking zal met 0,8% per jaar groeien naar 15,7 kilo.
In de Europese Unie is een lichte daling van de zuivelconsumptie zichtbaar. Vooral de hoeveelheid verse zuivel die geconsumeerd wordt neemt af. De consumptie van bewerkte zuivel zoals kaas neemt de komende tien jaar juist toe in de westerse wereld. De boterconsumptie groeit het komende decennium hard in Azië waar het het meest geconsumeerde bewerkte zuivelproduct is en de komende tien jaar ook het hardst zal groeien. In Afrika vormen kaas en volle melkpoeder het merendeel van de bewerkte zuivelconsumptie, maar zal de consumptie van magere melkpoeder het hardst groeien.
De wereldwijde melkproductie, waarvan 81% bestaat uit koemelk, 15% buffel en 4% voor geiten, schapen en kamelen samen, zal de komende tien jaar met zo'n 1,5% per jaar groeien naar 1,039 miljoen ton in 2032. Meer dan de helft van die groei zal uit India en Pakistan komen, waar in 2032 32% van de melk geproduceerd zal worden. In de tweede grootste melkproducent Europa wordt een krimp verwacht, door een achterblijvende vraag en een dalende consumptie van verse zuivelproducten.